Marja Ruijterman tijdens haar voorstelling Soulstory, foto: Pictures by Gaab Fotografie / Gaab van Hall

Iemand zei tegen me toen ik negentien was:  "Marja, als ik je zie aankomen dan ga ik een straatje om. Je begroet me altijd veel te enthousiast" Toen ik haar jaren later weer tegen kwam in Amsterdam en haar vertelde wat ze toen had gezegd, zei ze: "Ach, dat weet ik niet meer. Ik vond je heel aardig. Wat een rotopmerking van me." Die opmerking maakte dat ik naar Engeland vluchtte en jaren niet meer spontaan iemand dag durfde te zeggen. Ik plakte die zin op iedereen die ik tegenkwam en ik zag mezelf als iemand die anderen bespringt bij het begroeten en dat anderen dat verschrikkelijk vonden. Dat ik lelijk was en vast kwalijk riekte. Maakte er een enorm verhaal van.

Door Marja Ruijterman

Het komt voor dat een klein zinnetje blijft haken in ons hoofd. Soms jaren lang... het gaat een eigen leven leiden en het kan de levensvreugde voor een groot deel verpesten.
 
Als je er goed over nadenkt stelt het niets voor maar als je het voor waarheid aanneemt wordt het groter en groter in je hoofd. Dan gaan we ons er naar gedragen. Kan me zelf heel veel zinnen herinneren waar dat mee gebeurde. Nu zie ik gelukkig al jaren in dat het momentopnamen waren. Zinnen die we zeiden in een opwelling, een woede uitbarsting of gewoon uit onwetendheid.
 
Mijn moeder zei soms de vreselijkste dingen tegen me waar ik me zwaar door gekwetst voelde en ik zei ook de afschuwelijkste zinnen tegen haar die haar weer kwetsten. Oog om oog...
 
Uitte vaak hatelijke, cynische zinnen naar anderen. Uit jaloezie of uit woede en onwetendheid. Ik vergat het snel maar de ander bleef er jaren mee zitten. Zo ook een docente van de Sociale Academie die ik ooit terugzag op een feestje. Heb haar mijn excuses aangeboden voor mijn gedrag toen en haar op de thee uitgenodigd. Ze moest er nog van huilen terwijl het toch al zo'n twintig jaar geleden was.
 
Nadat ik de spiritualiteit indook en doorkreeg wat ik had uitgezonden en mensen had aangedaan ben ik iedereen die ik nog kon vinden mijn excuses gaan aanbieden voor mijn deel van het verhaal. Meestal waren mensen er heel blij mee en boden dan ook hun excuses aan voor hun deel. Dat werkte voor ons allemaal bevrijdend.
 
Als we die zinnen  bewust gaan zien en voelen wat het ons heeft gedaan dan kan het in een mum van tijd oplossen en zijn we weer schoon.
 
Ik leerde dat ons echte zelf dit niet had gezegd maar onze overlevingsstrategie en ons ego dat 'dacht' dat het nodig was om ons te verdedigen, aan te vallen, cynisch te reageren of elkaar te negeren. Zodra ik me identificeer met mijn echte zelf, een paar keer flink uitadem en tegen me zelf zeg: "Ik ben Marja de wijze ziel": dan blijkt dat ik rustig ben, de boel overzie, dat ik niet te kwetsen ben, begrip heb voor de overlevingsstrategie van de ander en weet ik dat daaronder de ziel is die wacht tot de herontdekking plaats vindt. Wat een enorme opluchting en wat een schoonheid zit er onder onze overlevingsstrategie. Hier is de wereld zoveel mooier, kalmer, wonderbaarlijker en liefdevoller.
 
© Nationale Onderwijsgids / Marja Ruijterman