Marja Ruijterman tijdens haar voorstelling Soulstory, foto: Pictures by Gaab Fotografie / Gaab van Hall

Over moeten hoeven en willen

“Ik hoef niets meer...”, dat was de kop van een overlijdensadvertentie die ik een tijd geleden in de 
krant tegen kwam. 
Dat kwam aan. Een vrouw net vijfenzestig is geworden en heeft geleefd met het gevoel van alles te 
moeten. Dat was mijn interpretatie. De dood bracht de verlossing. Zo’n advertentie wil ik niet als ik 
dood ben. Die vrouw heeft ons een schitterend cadeau nagelaten. Dat geeft de gelegenheid eens na 
te denken over ons leven. Dus zaak om de boel even op een rij te zetten. 

Door Marja Ruijterman

Als ik met mensen werk die burn-out zijn is een van de grootste oorzaken dat ze het idee hebben 
zoveel te moeten. Van de omgeving, van zichzelf. Als ze onderzoeken hoe dat werkt en zichzelf 
bevrijden van het 'gemoet', voelt het alsof er een zware rugzak van ze afvalt. Toch sluipt het er 
stiekem weer in als je niet oplet. 
 
Wat moet ik allemaal van mezelf? Ik moet altijd een half uur ergens van te voren zijn. Ik hou niet van 
te laat komen. Dan heb ik ruim de tijd en hoef ik me niet te haasten. Dus dat is een fijn moeten. Als ik 
een hoop dagen heb ingepland voor mijn werk en er is pas over twee weken uitzicht op een vrije dag 
dan voel ik me opgesloten. Dus plan ik altijd elke dag tijd voor mezelf. Even helemaal niets. 
 
Mijn vriendin zat me een tijd achter de broek omdat ik volgens haar naar de sportschool moest. Ik 
kreeg het helemaal benauwd van d’r. Wist dat ze gelijk had. Te zwaar, slechte conditie. Als ze zelf al 
stralende en blakende van frisheid thuis kwam van de sportschool had ik een vaag schuldgevoel. 
Zeker als ze me dan aankeek met die ogen van: kijk mij nou eens en wanneer ga jij? Met als 
toevoeging “Je betaalt al twee jaar voor niets dat abonnement”. 
Tot ik op een dag weer ging omdat ik voelde dat mijn conditie echt verbetering nodig had. Vreselijk, ik 
worstelde me door die apparaten heen. De vierde keer ging ik al met veel meer plezier. Alles ging 
makkelijker. Nu kwam ik ook blakende van gezondheid thuis en is mijn conditie zienderogen vooruit 
gegaan. Mijn ademhaling gaat dieper en beter en mijn opvliegers zijn weg. Ook omdat we vanzelf 
gezonder zijn gaan eten en we het interessant vonden te voelen hoe dat werkt. Nu moet ik niet meer, 
nu wil ik graag. Dat scheelt. Vriendin blij, ik blij. Het moeten is veranderd in willen.
 
Een van die moeten dingen is de boekhouding. Daar kan ik vreselijk tegenop zien. Gelukkig heb ik een 
geweldige boekhouder die bijna alles voor me doet. Ik moet alleen de bonnetjes in een map doen. Als 
ik eenmaal bezig ben valt het reuze mee en ga ik het zelfs nog leuk vinden.
 
Wat moet ik willen van mezelf? Wil veel vrije tijd voor mezelf en dat is een prettig moeten, want dan 
moet ik helemaal niets. Ik moet willen genieten van het leven. Van de lente, van de merels die fluiten, 
van met een boek voor de kachel als het regent. Nou dat is geen zware opdracht. Dat moet ik graag 
en doe ik ook. Ik moet van mezelf naar mensen kijken zoals ze werkelijk zijn en dat wil ik ook. Daar is 
mijn werk ook op gebaseerd dus dat is geen werken maar spelen. Ik wil niets vanzelfsprekend nemen. 
Dat betekent dat ik bijna altijd in een constante staat van verwondering ben en dat is zalig. Ik wil 
voelen wat ik te voelen heb, zowel het verdriet als geluk en dan blijkt het verdriet uiteindelijk licht te 
zijn. Moet van mezelf op een rij zetten wat ik denk te moeten en wat helemaal niet zo is. Dan kan ik 
nog vrijer leven en hoef ik later niet zo’n advertentie te zetten. 
 
Op mijn grafsteen moet komen te staan: “Geweldig, nu hoef ik nog steeds niets..” 
 
© Marja Ruijterman / Nationale Zorggids