Normal_10141

Daar zit je dan in een kliniek in de hoop beter te worden. Of nou ja beter worden, het is eerder beter voelen. Een geruststellende gedachte was dat de vorige keer dat ik in een kliniek zat me ook daadwerkelijk beter ging voelen. Er was dus hoop. In een kliniek is het vaak stil, vooral als er geen therapie wordt gegeven. Cliënten vinden het niet zo nodig om met elkaar te praten ze laten je liever met rust. Naarmate de tijd verstrijkt wordt het wat rumoeriger en gaan ze praten.

Door Nicolai van Doorn

Ook ik. Al ging het moeizaam. Ik kies mijn gesprekspartner zorgvuldig uit. In al die tijd dat ik mijn mond had gehouden hield ik de groep goed in de gaten. Wie deed wat, wie was er de baas in de groep allemaal dat soort dingetjes. Met name een vrouw hield ik goed in de gaten. Ze was me opgevallen. Eigenlijk was ze een soort moeder in de groep. Ze hielp iedereen en zorgde dat de huiskamer ook netjes was. Kortom een zorgzame vrouw. Aan haar durfde ik mijn verhaal wel kwijt dacht ik.
 
Op een gegeven moment raakten we terwijl we buiten aan het roken waren aan de praat. Zij vertelde haar verhaal en ik het mijne. Er was een klik en het voelde vertrouwd. We hadden het over de hulpverleners, de bezuinigingen en hoe het er binnen de kliniek aan toe ging. Sinds dat moment praatte we steeds vaker met elkaar waarin de humor vaak de boventoon voerde maar soms ook veel kritiek loskwam.
 
Het voelde prettig haar als vertrouwenspersoon te hebben aangenomen en ik denk dat het wederzijds was. Het maakte mijn tijd binnen de kliniek fijn. Omdat we bijna niets te doen hadden maakte ik mijn eigen programma dat zich vaak afspeelde buiten de kliniek. Wandelen met de hond en mijn ouders. Zelfstandig wandelen naar mijn huis voor een kopje koffie, tennissen en hockeytrainingen bekijken waren zoal mijn bezigheden. Het maakte de dagen fijn. Ik kreeg mijn rust en had ook iets om handen.
 
Maar er waren ook leuke dingen. Midden in mijn opnametijd ging de documentaire waaraan ik had meegewerkt in onze hoofdstad in première. Het was een mooie dag geworden en na deze dag onderbrak ik mijn opname om samen met mijn ouders een lang weekend naar Sevilla te gaan. Ook dit was weer een onvergetelijke trip naar mijn gastouders en de prachtige stad Sevilla.
 
Die trip had ik ook nodig want ik had de indruk dat ze binnen de kliniek geen raad met me wisten. Dat vermoeden werd ook bevestigd door mijn praatvrouwtje. Zij had ook dat idee en had al meerdere keren aangeven dat er naar mij moest worden gekeken. Vlak voor vertrek kwam er beweging in; ik zou getest worden op het mogelijke gebruik van het medicijn lithium. Een medicijn waarvan ik al meerdere keren had aangegeven dat ik het wilde proberen. Dat leek nu staan te gebeuren.
 
In de week voor het vertrek werd mijn lichaam getest of het geschikt zou zijn van lithium. Na bloedonderzoek en een hartfilmpje werd er groen licht gegeven. Eindelijk dacht ik. Er werd afgesproken dat ik na mijn weekend terug moest komen om ingesteld –  de juiste dosering – te worden. Nadat ik afspraken daarover had gemaakt was ik tijdelijk vrij om te doen en te staan waar ik wilde. Op naar Sevilla...
 
© Nationale Zorggids / Nicolai van Doorn