Normal_medicijnen343

De aanname dat een persoon opnieuw probleemgedrag vertoont wanneer er gestopt wordt met het voorschrijven van psychofarmaca is niet gestaafd. Dit concludeert Vilans naar aanleiding van de pilot 'Een pil voor gedrag?'. Bewoners van vier zorginstellingen werden van de gedragsmedicatie afgehaald. Dit meldt Vilans. 

Een op de drie mensen met dementie of een verstandelijke beperking wonende in een instelling krijgt antipsychotica voorgeschreven. Veel van deze psychofarmaca zijn niet nodig, zo bestaat het vermoeden. Om te kijken of deze mensen wederom vervallen in hun probleemgedrag, startte Vilans daarom een pilot. Ouderen- en gehandicaptenzorginstellingen Florence, Topaz, Zorgwaard en Reinaerde haalden allemaal patiënten van de medicatie af en keken wat er gebeurde. 
 
Het resultaat is dat de mensen niet in hun probleemgedrag terugvielen. Wel stelden de zorgmedewerkers dat zij meer maatregelen moesten nemen om te voorkomen dat de patiënten onrustig werden. De deelnemende instellingen kregen een draaiboek en een toolbox van Vilans. In de toolbox zaten een  probleemanalyselijst, een handreiking voor bestuurders over de beweegredenen vanuit bestuurlijk perspectief, een informatieve folder over psychofarmaca voor medewerkers, cliënten en mantelzorgers en een overzicht van alternatieve zorginterventies bij probleemgedrag. 
 
Onder het inzetten van alternatieve interventies wordt verstaan het aanpassen van de bejegening van de patiënt, het aanbieden van gestructureerde activiteiten of dagbesteding. Uit wetenschappelijk onderzoek is bewezen dat alternatieve interventies helpen. Ze waren echter niet altijd nodig. “De afbouw van psychofarmaca verloopt vooralsnog zonder problemen. We hebben geen alternatieve interventies in hoeven zetten”, zo vertelt een verpleegkundige van Florence.
 
Het primaire doel van de pilot is om zorgprofessionals bewust te maken van de noodzaak om oneigenlijk gebruik van psychofarmaca terug te dringen.
 
© Nationale Zorggids