Logo_job

Van de 100.000 mensen die via de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) aan de slag zijn, werken er nu 37.000 bij gewone werkgevers. Dat zijn er 2.500 méér dan het jaar ervoor. Dat blijkt uit de cijfers van sociale werkbedrijven over 2014. 

Ondanks de economische crisis wisten sociale werkbedrijven het aantal Wsw'ers dat werkt bij gewone werkgevers de afgelopen jaren bijna te verdubbelen: 37.000 in 2014 ten opzichte van 19.000 in 2005. Vaak gaat het om detacheringen. Het formele werkgeverschap en de administratieve rompslomp ligt dan bij het sociale werkbedrijf, terwijl mensen aan de slag zijn bij een gewone werkgever. Cedris-voorzitter Job Cohen: “Werkgevers willen wel, als je het ze gemakkelijk maakt. Dat zie je terug in deze cijfers.”
 
Uit de cijfers blijkt ook dat het financiële resultaat van sociale werkbedrijven voor het derde jaar op rij is verbeterd: van -182 miljoen in 2011 tot -81 miljoen in 2014. Job Cohen: “Sociale werkbedrijven sneden de afgelopen jaren fors in hun kosten. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Maar er komen donkere wolken aan: de grootste bezuinigingen van de Participatiewet liggen nog in het verschiet. Sociale werkbedrijven kunnen die bezuinigingen niet opvangen. Die pijn zullen gemeenten, en hun inwoners, helaas gaan voelen. Gemeenten kunnen de financiële positie van hun sociale werkbedrijf wel versterken: voldoende instroom uit de Participatiewet en een duidelijk takenpakket. Zo kunnen sociale werkbedrijven continuïteit leveren aan werkgevers en opdrachtgevers. Dat biedt de uitgangspositie om scherpere tarieven te vragen en te kiezen voor de best renderende opdrachten.”
 
Wsw'ers zijn mensen die vanwege een psychische, lichamelijke of verstandelijke beperking niet het minimumloon verdienen. Sociale werkbedrijven helpen ze met subsidie en begeleiding zoveel mogelijk aan de slag bij gewone werkgevers.
 
© Nationale Zorggids