Normal_normal_eenzaam_depressie_ggz_pychiatrie

Volgens de heersende opvatting vergroot de combinatie van genetische aanleg en stress tijdens de jeugd het risico op het ontwikkelen van depressie. Dit blijkt echter niet altijd op te gaan. Promovendus Rick van der Doelen van het Radboudumc ontdekte dat ratten na een gestresste jeugd juist weerbaarder waren voor stress op latere leeftijd. 

Of iemand vatbaar is voor depressie hangt sterk af van zijn of haar gevoeligheid voor stress. Dit heeft weer een genetische basis. Een van de genen waarvan de relatie met depressie is aangetoond, is het 5-HTT gen, dat codeert voor de serotonine-transporter. Dit eiwit beheert de signaalstof serotonine in de zenuwuiteinden in de hersenen. Serotonine regelt onder andere de gemoedstoestand en staat daarom ook wel bekend als het ‘gelukshormoon’. Wanneer de serotonine-transporters niet goed werken, wordt serotonine niet goed opgenomen door de zenuwen. Dit kan leiden tot neerslachtigheid en depressie.

Om het effect van stress op jonge leeftijd en genetische aanleg voor depressie te onderzoeken, deed Van der Doelen onderzoek met ratten. Deze dieren vertonen veel overeenkomsten met de mens in de aansturing van gedrag. De onderzoekers volgden ratten met een verminderde 5-HTT gen-activiteit vanaf de geboorte tot volwassenheid, waarbij een deel van de ratten in de jeugd regelmatig aan aantal uren gescheiden werd van de moeder. In theorie zou deze vorm van milde stress de ratten op latere leeftijd gevoeliger moeten maken voor depressies. Het tegenovergestelde bleek echter waar.

Blijkbaar zorgde de genetische variatie van de serotonine transporter niet alleen voor een grotere gevoeligheid voor negatieve gevolgen van stress, maar ook voor de positieve. Rick van der Doelen: "In de media, maar ook in de wetenschap, heeft lang de nadruk gelegen op de negatieve gevolgen van stress. Hierdoor denken we dat stress alleen een negatieve ervaring is. Onze resultaten sluiten aan bij het groeiende inzicht dat milde stress ook een bruikbare ervaring kan zijn.

© Nationale Zorggids