Logo_vng-logo

Op 1 januari 2015 is de decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten een feit. De decentralisatie omvat meer dan alleen een overdracht van taken: er is sprake van een vergaande stelselwijziging. In plaats van een sterk verkokerd stelsel, met diverse strikt gescheiden zorgfuncties, is gekozen voor een integrale, bredere aanpak waarbij ook de invloed van sociaal-maatschappelijke factoren zal worden betrokken. Dat stelt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

VNG-voorzitter Annemarie Jorritsma wil dat geen enkel kind tussen wal en schip valt door de stelselwijziging. 'Achterliggend idee van de stelselwijziging is dat de jeugdzorg niet alleen veel beter en effectiever kan, maar ook moet. De gezondheid en welzijn van kinderen staat voorop.' Dat ouders deze stelselwijziging kritisch volgen is volgens het VNG logisch: het gaat om de gezondheid en het welzijn van hun kinderen. Ouders maken zich vooral zorgen dat het 'recht' op zorg verdwijnt en dat ze van alle hulp en ondersteuning verstoken zouden blijven.

Ongeveer 80.000 mensen hebben de petitie ondertekend waarin bezwaren worden geuit tegen de decentralisatie van de jeugd-ggz. Volgens Jorritsma geeft dat aan dat er onder betrokkenen en beroepsgroepen nog veel onduidelijkheden bestaan. 'Het is aan ons die zorgen voor een deel weg te nemen. Natuurlijk gaat er iets veranderen, dat willen we ook, gemeenten leveren maatwerk en kijken samen met het gezin wat de beste en meest passende hulp is.'

In tegenstelling tot het huidige stelsel wordt de hulpvraag in een veel bredere context geplaatst waarbij niet meteen wordt gemedicaliseerd maar ook naar andere factoren wordt gekeken. Naar school bijvoorbeeld of naar de eigen gezinssituatie. Jorritsma: 'Los daarvan is het wel zo dat ieder kind dat specialistische hulp nodig heeft, deze ook moet krijgen'.

Als de problemen een medische aard hebben, wordt specialistische zorg ingezet. Onder de beroepsgroepen bestaat nog steeds zorg of de infrastructuur voor de jeugd-ggz behouden blijft na de decentralisatie. Daarbij gaat het niet alleen over de kennis van psychologie en kinderpsychiatrie maar om onderwijs, onderzoek en wetenschap en kwaliteitsbewaking. De VNG begrijpt de zorgen en wil door middel van landelijke afspraken deze aspecten een plek geven.

© Nationale Zorggids