Logo_rijkslogo_ijz

In de afgelopen jaren ontving de Inspectie Jeugdzorg met enige regelmaat signalen van een cliënt van Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna JBRR, voorheen: Bureau Jeugdzorg stadsregio Rotterdam) over de kwaliteit van het handelen van zowel JBRR als de Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam-Dordrecht (hierna: de Raad).

In het voorjaar van 2014 ontvangt de inspectie Jeugdzorg informatie die te duiden is als een signaal over de kwaliteit van het feitenonderzoek en rapportages door JBRR en de Raad en over de resultaten van doorlopen klachtenprocedures. Vanwege het belang dat de inspectie hecht aan goed feitenonderzoek, transparante verslaglegging en een goede en zorgvuldige klachtafhandeling, besluit de inspectie tot nader onderzoek op locatie bij JBRR en de Raad.

De inspectie heeft kunnen vaststellen dat in de onderzochte periode zowel JBRR als de Raad de bescherming van het kind centraal hebben gesteld in onderzoek, hulpverlening en rapportage. De inspectie constateert ook dat er in deze casus sprake is geweest van eenzijdige beeldvorming, doordat omstandigheden niet altijd even volledig zijn onderzocht en niet altijd zorgvuldig en feitelijk zijn weergegeven. In de opeenvolgende stappen in de jeugdzorgketen, waarbij ketenpartners vertrouwden op elkaars kwaliteit van onderzoek en rapportage, kreeg deze beeldvorming op papier, een feitelijk karakter. De cliënt heeft weliswaar de mogelijkheid gehad hierover een klacht in te dienen, maar de wijze waarop de afhandeling verliep is te weinig gericht geweest op het oplossen van haar ontevredenheid over de naar haar mening onjuiste weergave van feiten.
 
De onderzoeken en verslaglegging hiervan, alsmede de klachtenprocedures die de inspectie bij JBRR en de Raad heeft onderzocht, bestrijken een periode van meer dan vier jaar. In de onderzochte casus is bij beide organisaties kwaliteitsontwikkeling zichtbaar op de onderzochte thema’s. De Raad heeft de benadering van cliënten tijdens de klachtenprocedure aangepast, waardoor de afhandeling van klachten tegenwoordig meer gericht is op het oplossen van de ontevredenheid bij de cliënt. Ook veel van de door de inspectie geconstateerde tekortkomingen in met name de verslaglegging door de instellingen zijn inmiddels opgepakt en verdere kwaliteitsverbetering binnen de instellingen is nog gaande. De inspectie verwacht dat JBRR en de Raad de kwaliteitswaarborgen in de werkprocessen rond beschermingstaken in samenspraak en afstemming verder optimaliseren naar aanleiding van deze casus. 
 
© Nationale Zorggids