SP-Kamerlid Renske Leijten dient volgende week een initiatiefnota in voor een aantal onderdelen van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In deze inititiefnota staat dat er een basistarief moet komen die de grote aanbodverschillen tussen gemeenten moet voorkomen. In het basistatief moet de dagbesteding, begeleiding, huishoudelijke hulp en matel- en respijtzorg worden ondergebracht. Dit meldt Binnenlands Bestuur.
Eerder deze week publiceerden onderzoekers van de Universiteit Twente, in opdracht van Binnenlands Bestuur, de Wmo-tarieven die 162 Nederlandse gemeenten in 2015 hanteren. De onderzoekers schrijven dat het 'schrikbarend' is hoeveel de tarieven en de bezuinigingen uiteen lopen. Als naar de gemiddelde cijfers gekeken wordt, blijkt dat de gemeenten veel meer bezuinigen op de Wmo dan nodig is. Het budget is met 11 procent gekrompen, maar het gemiddelde kortingspercentage van 70 gemeenten ligt op 17 procent. Daarbij zijn er uitschieters naar boven en beneden. Er zijn gemeenten die wel 30 procent bezuinigen en gemeenten die 10 procent bezuinigen.
Door de huidige verschillen tussen gemeenten is er sprake van rechtsongelijkheid, vindt Leijten. Zij zegt dat de (te) lage tarieven de continuïteit en de kwaliteit van de zorg in gevaar brengen. Leijten heeft staatssecretaris Van Rijn gevraagd om een reactie. D66-Kamerlid Pia Dijkstra heeft hetzelfde gedaan. “Het zijn te forse verschillen tussen gemeenten die we goed moeten monitoren”, zegt Dijkstra. Zij vindt het nog te vroeg om de noodklok te luiden, omdat gemeenten de vrijheid hebben om het beleid om op hun eigen manier in te vullen. “En we zijn pas drie maanden onderweg”, aldus Dijkstra.
Volgens Leijten kan iedereen aansprak maken op het basispakket. “Net zoals het consultatiebureau of inentingen. Voor burgers is er meer zekerheid op zorg en rechtsgrond in het geval de gemeente de zorg toch weigert. De burger heeft dan een inhoudelijke beschikking waarmee hij bezwaar kan aantekenen”, aldus Leijten.
© Nationale Zorggids
