Dat er tussen gemeenten verschillende tarieven voor Wmo-voorzieningen worden gehanteerd, was al bekend. Nu blijkt dat er ook binnen gemeenten verschillen bestaan. Dat meldt Binnenlands Bestuur.
Eén op de tien gemeenten baseert de eigen bijdrage voor Wmo-gebruikers op zowel het tarief per zorgsoort, als op het tarief per aanbieder. Het kan voorkomen dat iemand een hogere eigen bijdrage voor dezelfde zorg dan de buurman moet betalen, terwijl het inkomen en de gezinssamenstelling eveneens gelijk is. Het enige verschil is de aanbieder. De meeste gemeenten (88 procent) neemt het tarief per zorgsoort (dagbesteding, begeleiding, etc) als basis voor de berekening van de eigen bijdrage, zo blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur. Binnen deze gemeenten is sprake van ‘gelijke monniken, gelijke kappen’.
In sommige gemeenten zijn de tarieven voor begeleiding sterk gestegen. Peel en Maas hanteerde vorig jaar bijvoorbeeld een uurtarief van 14,29 euro en dit jaar een tarief van 37,13 euro. Friese gemeenten Ferwerderadiel en Dongeradeel maakten het nog bonter: van 14,10 vorig jaar naar 42,54 euro dit jaar, een stijging van meer dan 200 procent.
Ook bij dagbesteding lopen de verschillen tussen gemeenten ver uiteen. Apeldoorn is met dagbesteding de goedkoopste gemeente, met een tarief van 16,24 euro per dagdeel en Tilburg met 49,00 euro de duurste.
© Nationale Zorggids
