Normal_dotteren

Er zijn aanwijzingen dat het dotteren van alle vernauwingen in de kransslagaders tijdens een acuut hartinfarct betere resultaten geeft is dan alleen het dotteren van de afgesloten kransslagader die het infarct veroorzaakte. Dat meldt het VUmc in een persbericht.

Bij patiënten met een acuut hartinfarct die direct gedotterd worden, blijken in veertig tot zestig procent van de gevallen meerdere belangrijke vernauwingen in andere kransslagaders te zitten. Deze patiënten krijgen later vaker hartklachten en hebben een kortere levensverwachting dan patiënten zonder afwijkingen in de andere kransslagaders. Volgens de richtlijnen mogen echter alleen de andere kransslagaders gedotterd worden in de acute procedure als de patiënt in shock is.

Vaak worden deze patiënten later in de opname alsnog gedotterd, meestal na aanvullend onderzoek om eerst eventueel zuurstoftekort in het hart aan te tonen. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat preventief dotteren van alle vernauwingen tijdens het acute hartinfarct mogelijk een beter resultaat oplevert en dat patiënten die deze behandeling ondergaan later minder hartklachten hebben.

Het precieze effect van dit ‘preventief dotteren’ is het onderwerp van de MODERN-studie onder leiding van cardioloog Robin Nijveldt. Deze Europese studie wordt ondersteund door ZonMw met een beurs van 160.000 euro. Nijveldt gaat onderzoeken of het direct dotteren van alle belangrijke vernauwingen in de kransslagader beter is dan later dotteren. Aan het onderzoek zullen ongeveer twaalf medische centra in Europa en 1200 patiënten meedoen. Ook wordt gekeken of deze aanpak kan leiden tot een verlaging van de zorgkosten.

© Nationale Zorggids