Het kabinet gaat meer de nadruk leggen op infectiepreventie om zo het onjuiste gebruik van antibiotica tegen te gaan en daarmee ook het ontstaan van antibioticaresistentie. Minister Schippers van Volksgezondheid heeft daarover met de zorgsector afspraken gemaakt. Er moet onderzoek komen naar nieuwe antibiotica, behandelingen, medische technologie en alternatieven voor antibiotica. Dat meldt NOS.
Jaarlijks stelt het kabinet negen miljoen euro beschikbaar voor het plan. In het plan staat de samenwerking tussen de menselijke gezondheidszorg en diergezondheidszorg centraal. Uiteindelijk wil het kabinet op termijn een daling zien van 50 procent in het gebruik van onjuist voorgeschreven antibiotica en een zelfde daling van het aantal vermijdbare zorggerelateerde infecties. Ook wil het kabinet meer internationale samenwerking om verspreiding van antibioticaresistentie tegen te gaan en mag het aantal infecties en sterfgevallen in ieder geval niet stijgen. Daarnaast moet aantoonbaar worden dat de opkomst en verspreiding van multiresistente bacteriën in de zorg verder wordt vertraagd.
De uitgangssituatie in Nederland is relatief gunstig, omdat antibioticaresistentie een relatief beperkt probleem is. Het infectiepreventiebeleid is hier in orde, maar omdat er wereldwijd sprake is van een toenemend probleem, is het lastig om de sterke positie te behouden en dus zijn de gestelde doelen niet eenvoudig.
Uit het jaarlijkse Nethmap/MARAN-rapportage blijkt dat het antibioticagebruik in 2014 licht is afgenomen. Sinds 2011 schrijven huisartsen ruim zeven procent minder antibiotica voor. De omvang van de resistentie is voor de meeste geneesmiddelen gelijk gebleven, maar de resistentie tegen antibiotica van de klasse der carbapenems is licht toegenomen. Volgens de rapporteurs is dat zorgwekkend, omdat carbapenems wordt gebruikt als laatste redmiddel.
© Nationale Zorggids
