Met behulp van een nieuwe dottermethode kunnen in Nederland jaarlijks 200 levens worden gered. De nieuwe methode zou een stuk beter werken dan de standaardmethode die nu toe vaak wordt toegepast. Dat meldt de NOS.
Onderzoekers van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven en de TU Eindhoven hebben jarenlang aan het internationale onderzoek meegedaan. Sinds 2009 werden in zes landen duizend patiënten gevolgd.
Dankzij de nieuwe methode kunnen specialisten nauwkeuriger bepalen of de bloedstroom naar de hartspier wordt gehinderd door vernauwing. De stents kunnen vervolgens preciezer worden geplaatst, concluderen de onderzoekers. Daarnaast is het mogelijk om met een speciale sensor in de kransslagader de bloeddruk voor en achter de vernauwing te meten, waarmee wordt bepaald of dotteren echt nodig is.
Onderzoekers van het Catharine Ziekenhuis zien grote voordelen. "Hartpatiënten die gedotterd zijn op basis van bloeddrukmetingen vóór en achter de vernauwingen in een kransslagader hebben na vijf jaar nog altijd 30 procent minder kans om te overlijden dan patiënten die volgens de traditionele manier zijn geholpen."
Ook wordt er geld bespaard dankzij de nieuwe methode. Er worden minder stents gebruikt en patiënten kunnen eerder naar huis.
© Nationale Zorggids
