Normal_11024

AMSTERDAM - Hartfalenverpleegkundigen hebben vaak moeite seksuele problemen waar hun patiënten vaak onder lijden bespreekbaar te maken, terwijl zij zich wel verantwoordelijk voelen om dit onderwerp bij hen aan te snijden. Dat meldt het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.

Wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen onderzochten in welke mate verpleegkundigen deze zogenaamde ‘seksuele counseling' tot hun taak rekenen en welke motivatie aan het ogenschijnlijke taboe bij hen ten grondslag ligt.

Vragenlijsten die de onderzoekers naar alle Nederlandse hartfalenpoli's stuurden werden door 146 verpleegkundigen ingevuld teruggestuurd.

Uit deze enquête bleek dat 70 procent van hen niet geschoold was in deze counseling. Ongeveer een procent informeerde geregeld naar de seksuele gezondheid van de patiënt, terwijl meer dan de helft daar zelden naar vroeg.

Toch vond driekwart van de ondervraagden dat zij dit probleem bij hun patiënten wel behoorden te bespreken.

Belangrijkste barrières bij deze seksuele counseling waren een gebrek aan een gestructureerd beleid, te weinig scholing, cultuur- en taalverschillen, geloofsovertuigingen en de leeftijd van de patiënt.

Volgens de auteurs zal vooral een betere scholing van het zorgpersoneel het aankaarten van seksuele problemen bij patiënten uit de taboesfeer kunnen halen.

© Nationale Zorggids / Martijn Keitz