De kwaliteit van de militaire gezondheidszorg over 2013 voldoet aan de gestelde eisen. Dat blijkt uit de brief die minister Hennis-Plasschaert gisteren naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De brief is gebaseerd op het jaarverslag van de Inspectie Militaire Gezondheidszorg (IMG).
In het verslag staat dat de reguliere zorg in Nederland en de operationele medische zorgverlening voor Nederlandse militairen in Noord-Afghanistan en Turkije op orde is. Verder zijn logistieke problemen met betrekking tot de bevoorrading van (operationele) zorginstellingen structureel aangepakt.
Het jaarverslag gaat in op meerdere aandachtspunten. Zo heeft de uitgestelde reorganisatie binnen de Defensie Gezondheidszorg Organisatie (DGO) meerdere gevolgen. De geplande oprichting van het Eerstelijns Gezondheidszorg Bedrijf (EGB) per 1 januari 2014 is uitgesteld. Dit bedrijf neemt met de oprichtingsdatum alle taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden over van de walziekenboegen en de gezondheidscentra van de operationele commando’s en borgt de kwaliteit van de eerstelijns zorg.
Door de vertraging moeten de krijgsmachtdelen hun oude medische organisaties langer in stand houden, terwijl het in tijden van reorganisatie lastig is om personeel te behouden. Commandant DGO heeft daarom maatregelen genomen om de vulling te verbeteren, waaronder het stroomlijnen van de werving, het ontwikkelen van gezamenlijke carrièrepaden en het opleiden en trainen van het medisch personeel.
© Nationale Zorggids
