Normal_zorg_studie_leerling_verpleging_verpleegkundige_student

Veel zorgverleners hebben weleens meegemaakt dat een collega niet of minder functioneert. Zij spelen een belangrijke rol door hierop actie te ondernemen en de betreffende zorgverlener aan te spreken op zijn gedrag. Dat blijkt uit een publicatie van NIVEL in het tijdschrift Verpleegkunde. 

45 procent van de ondervraagden had in het jaar voorafgaand aan het onderzoek een situatie meegemaakt waarin een collega disfunctioneerde. Hierbij ging een groot deel  van de situaties (75 procent) om niet toereikende beroepscompetenties, zoals slechte communicatie of de niet afgesproken zorg geven. Bij de overige 25 procent ging het om verslaving, psychische problemen, agressie of fraude.

Actie wordt meestal ondernomen door de zorgverlener zelf, een leidinggevende of collega. Dit is in 87 procent van de gevallen zo. Conform de beroepscode wordt de disfunctionerende zorgverlener op zijn gedrag aangesproken. De beroepscode beschermt de patiënt tegen schadelijk of ontoereikend handelen van een andere zorgverlener. NIVEL geeft aan dat bij 62 procent van de gerapporteerde incidenten de cliënt mogelijk in gevaar was. “Zorgverleners zien veel tijdens hun werk en komen daarbij ook situaties tegen waarbij zij hun bedenkingen hebben of er sprake is van goede zorg. Het hoort bij hun professionaliteit om dit bespreekbaar te maken”, zegt Anke van der Veer, onderzoeker bij NIVEL. 

©Nationale Zorggids