Tom van Haaren, redacteur bij Fello

Als we voor iemand zorgen denken we meestal dat de voordelen er vooral zijn voor degene die we helpen. In het boek 'Een verkenning van de informele zorg van nu en de toekomst' lezen we echter dat het verlenen van mantelzorg ook “een positief effect kan hebben op de ervaren gezondheid en het zelfs gevoelens van geluk kan opleveren”. Welke fysiologische logica schuilt hierachter vroegen we ons af? Om deze vraag te beantwoorden belden we met wetenschapsjournalist Mark Mieras. Hij publiceert boeken en essays en geeft regelmatig lezingen over verschillende onderwerpen belicht vanuit de hersenen, waaronder dus ook ouderdom en de liefde voor een ander.

Door Tom van Haaren

Na het lezen van zijn boek 'Liefde' snappen we waarom we ons zo opvallend gedragen als we zijn gestoken door de love bug en waarom machomannen ineens veranderen in een zachtgekookt ei nadat ze vader zijn geworden. Mieras legt uit dat we allesbehalve rationeel onze partner kiezen, en de hersenen ons onbewust tot iemand aangetrokken laten voelen met een gunstig genetische profiel voor nieuw nageslacht. Ook beschrijft hij hoe onze hormoonhuishouding zich aanpast in bepaalde levensfases om onze soort meer overlevingskansen te geven. Want we mogen dan wel leven in een moderne geïndustrialiseerde samenleving, voor een groot deel is ons brein geprogrammeerd toen onze voorvaders nog in primitieve stammen leefden.

Hey Mark. Mantelzorg kan “een positief effect hebben op de ervaren gezondheid en kan zelfs gevoelens van geluk opleveren.” Wat denk jij hiervan?
Mark Mieras: Dit is evident. Wie werkelijk iets voor iemand anders betekent – zoals bij een mantelzorger het geval is – die is niet alleen gelukkiger, maar ook gezonder. De kans dat je door hartfalen overlijdt ligt een stuk lager bij deze groep bijvoorbeeld. Als er iets heftigs gebeurt in het leven van iemand, zie je dat er een verhoogde kans is dat degene daarna zelf om het leven komt door ziekte en met name een hartaanval. Mensen die zeggen dat ze iets betekenen voor een ander hebben daar veel minder last van. Dit komt doordat ons hart door wezenlijk sociaal contact in een stabieler ritme komt. Er zijn ook aanwijzingen dat kanker minder snel uitzaait doordat je immuunsysteem beter werkt. Je kunt dus zeggen dus het gezond is om mantelzorger te zijn.

Als je mantelzorg kunt delen heb je veel meer positieve effecten, dan dat je het op de schouders van één persoon legt.

Is dat te verklaren vanuit de hersenen?
Het is een oerprincipe: wie sociaal is wordt beter geaccepteerd door de groep. En in de groep ben je relatief veilig. Je lichaam kan anders omgaan met bedreiging, met stress, en ook met ziekte. Wie eenzaam is komt in een toestand van alles of niets. Wie zich sociaal geborgen voelt kan op anderen leunen. Dat schept voor je lichaam en geest een heel ander uitgangspunt.

Sociaal verbonden mensen weten lastige situaties vaak ook op een betere manier op te lossen, in plaats van dat het steeds hard tegen hard is. Daarom reageert het lichaam anders op stress, dankzij het besef dat je van waarde bent voor je omgeving. Dit is hoe de evolutie ons geprogrammeerd heeft en dat kun je meten.

We lazen ook dat “positieve ervaringen vooral voorkomen bij degenen die niet al te intensief mantelzorg verlenen en in het bijzonder bij mantelzorger die wat verder van de zorgbehoevende afstaan, zoals familieleden en vrienden”.
Het positieve effect van mantelzorg gaat verloren wanneer mensen zich klemgezet voelen. Wanneer ze zorgen omdat ze zich gedwongen voelen. Het ligt subtiel. Belangrijk is welk verhaal we onszelf en anderen kunnen vertellen over ons gedrag.

Wanneer je 24-uur per dag verantwoordelijk bent voor het welbevinden van een ander. Dan ben je weliswaar heel erg waardevol, maar heb je zelf geen leven meer. Als je mantelzorg kunt delen heb je veel meer positieve effecten, dan dat je het op de schouders van één persoon legt.

Onze hersenen hebben zich ontwikkeld gedurende miljoenen jaren evolutie. Wat was het evolutionaire voordeel bij stammen waarvan de ouderen langer leefden?
Voor apen vrouwen geldt dat ze hun hele leven vruchtbaar blijven en kinderen krijgen tot aan hun dood. Bij mensen zie je dat het op een gegeven moment stopt. Wat is evolutionair aan de functie van die onvruchtbare levensfase? Waarschijnlijk hebben oudere mensen binnen de groep altijd belangrijke functies vervuld. Ze waren in staat om conflicten op te lossen en kinderen op te voeden op een andere manier dan de ouders dat doen. Je ziet nog steeds dat grootouders een hele eigen rol spelen in de opvoeding van de kinderen. Bij grootouders mag er meer en voelt het kind vaak nog helderder de onvoorwaardelijke liefde van de familieband.

Als je naar de sociale structuren kijkt in veel culturen, zie je dat ouderen een hele belangrijke rol toebedeeld krijgen omdat ze met hun wijze advies de jongeren kunnen helpen om problemen op te lossen. Vijftigplussers zijn heel goed in het overzien van veel informatie. In Afrika neemt de wijze oude man een hele centrale rol in voor de gemeenschap. Hij is zeker niet overtollig. Dat is de grote fout die wij in onze samenleving hebben gemaakt. Als een ouder persoon een beetje breekbaar wordt en zorg nodig heeft, krijgt deze steeds meer het gevoel een loden last te zijn voor de samenleving. Dit terwijl je er ook anders naar kan kijken. Misschien is hij of zij niet meer goed ter been, moet iemand anders boodschappen doen, maar wel instaat om met alle levenswijsheid van nut te zijn.

En mensen met een verstandelijke beperking?
We hanteren in deze samenleving een vrij strakke definitie wat normaal is, maar in feite bestaat ‘normaal’ niet. Er zijn geen normale mensen. Als je gaat kijken naar mensenhersenen dan ontdek je dat we allemaal verschillend zijn. De ene wat meer autistisch, de andere wat meer dyslectisch of ADHD. Juist die verscheidenheid maakt ons sterk. Het is de kunst dat je mensen laat doen waar ze goed in zijn. We zijn geëvalueerd om elkaar aan te vullen.

We zijn sociale wezens omdat we altijd samen hebben opgetrokken. Mensen met een verstandelijke beperking hebben kennelijk in het verleden een functie vervuld en ik denk nog steeds. De samenleving zou ook een stuk minder kleurrijk zijn als we allemaal hetzelfde waren en er geen buitenbeentjes zouden zijn.

De zorg voor ouderen wordt steeds meer bij de familie gelegd. Hoe ging dat bij onze voorouders? Was dat een verantwoordelijkheid van de stam of van het nageslacht?
Ik denk dat dit de stam was, want alles gebeurde binnen de stam. Iedereen was afhankelijk van elkaar. Er moest ontzettend veel gebeuren om te kunnen overleven; bessen zoeken, eten klaarmaken, tot schoonmaken. Ik denk dat ouderen hierin niet gemist konden worden. Dat is misschien een beetje het probleem van deze tijd, dat we het idee hebben dat we ze kunnen missen. Daardoor komen ze in een afhankelijkheidspositie. We vinden dat we veel zorg geven aan de ouderen en dat we daar weinig voor terugkrijgen. We leven niet meer zo direct samen als in het verleden, waardoor ze minder deel uitmaken van ons dagelijks leven. Als je een situatie hebt waarin de ouders op de kinderen passen is het veel voor de hand liggender dat je ze verzorgt. Wederkerigheid betekent dat we graag iets geven aan mensen die ons ook iets teruggeven.

In het boek liefde beschrijft u dat als iemand vader wordt, hij meer oxytocine en vasopressine aanmaakt waardoor hij zich meer gaat hechten. Gebeurt er ook iets met mijn hormoonhuishouding als mijn ouders later zorgbehoevender worden?
Het is duidelijk dat de natuur er erg goed over heeft nagedacht wat er met ons gebeurt als we kinderen krijgen. We worden in een soort zorgmodus gezet. Maar hoe is dat op het moment dat je voor je ouders moet zorgen? Het oude rolpatroon, waar je ouders eerst voor jou hebben gezorgd, wordt op eens omgedraaid. Het effect dat dit heeft op de hersenen is veel minder dominant dan bij de zorg voor kinderen. Je ziet bij ouders zelden dat ze hun kinderen niet willen opvoeden. Sommige ouders kunnen het misschien niet, maar ook dan is de drang vaak heel sterk.

De wil bij kinderen om voor hun ouders te zorgen is subtieler. Dat hangt mede af van hun onderlinge relatie. En het is natuurlijk deels cultureel bepaald dat we voor onze ouders verzorgen. Toch denk ik dat hier ook de fysiologie meehelpt. Want als het belangrijk is voor de overleving van de soort – en ik denk dat ouderen daarin altijd een wezenlijke rol speelden – dan helpt de natuur om dit te regelen.

Bedankt Mark!

Tom is redacteur bij Fello (www.getfello.com). Een familie agenda app waarmee je samen voor iemand zorgt. Als schrijver wil Tom de zorgwereld graag wakker schudden. Hij is gefascineerd door de interactie tussen mensen. Die fascinatie gebruikt hij om teksten te schrijven, interviews te doen en tips te ontwikkelen waar je als mens écht iets aan hebt. 

© Nationale Zorggids / Fello