Normal_image-2017-03-08

Deze week kwam de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) met het advies dat de zorginkoop in Nederland moet veranderen.  De Raad "pleit voor een vorm waarbij patiënten en cliënten samen met de zorgverlener die hun situatie goed kent, kunnen bepalen welke zorg zij nodig hebben en wie die zorg het beste kan geven. De relatie tussen patiënt en zorgverlener én de keuzen die zij maken, worden daarmee leidend bij de inkoop van zorg."

Door #Nieuwedenkersindezorg

Wat mij betreft geen nieuws maar een bevestiging wat mensen, werkzaam in de zorg, en belangenorganisaties al jaren roepen.  Deze berichtgeving komt een paar dagen ná het nieuws dat de Willem Schrikker Groep af ziet van aanbesteding voor jeugdbescherming in de regio Dordrecht omdat het met de "bodemprijzen van de gemeente" niet de kwaliteit van zorg kan bieden. Het nieuws van de RVS voelt voor mij als mosterd na de maaltijd. Als ik het advies van de RVS lees dan staat er niet: "Er is een tekort aan geld" maar "er is een relatieprobleem tussen de verschillende partijen".

Erken de verschillen

Het aanpakken van ‘relatieproblemen’ is een grote uitdaging, want waar begin je? Iedere partij heeft een eigen visie, spreekt een eigen taal en heeft ook eigen belangen. Ik denk zelf dat de eerste stap is om te erkennen dat er verschillen zijn. Als je de verschillen boven tafel hebt, kun je al snel de overeenkomsten gaan ontdekken en op zoek naar het gezamenlijk (menselijk) belang. De inzet van patiënten- of cliëntenparticipatie is wat mij betreft de sleutelwoord om tot de kern van een gezamenlijke aanpak te komen. En gelukkig zijn er ook gemeenten waarbij het wel is gelukt en die koploper zijn als het gaat om het ‘ontschotten’ van de zorg. Zo is afgelopen juni het Crisis Interventie Team (CIT) Hart van Brabant van start gegaan. Een mooi voorbeeld waarbij vijf organisaties organisatieoverstijgend 24-uurs crisishulp bieden; van jeugdbescherming tot GGZ-zorg.

Ouderen- en zorgmigratie in de EU

Terwijl ik hierover nadenk gaan mijn gedachten naar over de grens. Hoe gaat het bij andere EU-landen?  Onlangs was Duitsland in het nieuws waar een triest beeld werd geschetst van de toename van armoede onder ouderen. In tegenstelling tot Nederland bestaat er geen standaard AOW. Steeds meer Duitse en Oostenrijkse ouderen kiezen er voor om naar landen als Hongarije en Slowakije te verhuizen, waar de levenstandaard en de ouderenzorg goedkoper is. Omgekeerd zien we zorgpersoneel uit die landen naar Nederland komen om aan huis 24-uurs zorg te bieden. 

Een groep Nederlandse senioren kiezen er weer voor om ‘te overwinteren’ in Zuid-Europa. Het verschil met de Duitse zorgmigratie is echter dat in die landen al een netwerk van Nederlandse zorgondernemers actief zijn, die vaak ook via de Nederlandse zorgverzekering (thuis)zorg bieden. Voor de één is zorgmigratie een (financiële) noodzaak en voor de ander een keuze.

Keuzevrijheid en eigen regie

Uiteindelijk betekent het in Nederland om toch steeds de basisvraag te blijven stellen: op welke wijze wil jij betekenisvol leven en wat heb je hiervoor nodig? En als je deze vraag niet zelfstandig kunt beantwoorden, dan is die ondersteuning van professionals onontbeerlijk om de situatie goed in kaart te brengen. Wel vanuit de ‘agenda’ van de cliënt/patiënt en niet vanuit de agenda van de zorg- of hulpverleningsorganisatie! De RVS pleit er terecht voor dat de professional de vrijheid moet krijgen om die inschatting te maken. Immers "als je het pad van kwaliteit volgt, kunnen er schijnbaar vanuit het niets prachtige inzichten, gedachten en oplossingen ontstaan." [citaat van Robert M. Pirsig, Amerikaans filossif en schrijver, red.]

© Nationale Zorggids / Anni Tüski