Als BBL-leerling, wat inhoudt dat ik één dag in de week naar school ga en minstens 4 op de werkvloer ben te vinden, moet je als midden vijftiger stevig in je schoenen staan. Er is veel huiswerk wat gedaan moet worden, veel opdrachten voor in de praktijk waarover weer verslagen moeten worden geschreven.

In mijn klas zitten 9 mensen waarvan 6 vrouwen vanuit de klas waar ik mee begonnen ben en 1 jongeman.
Vele leerlingen zijn afgevallen of een half jaar teruggezet om verschillende redenen.
De jongste is 20 en de oudste 58 jaar oud.
Opvallend is dat 7 van de 9 klasgenoten van middelbare leeftijd zijn.
We lopen door de schoolgangen en zijn omgeven door jonge mensen die, in onze ogen, half aangekleed, met opgeplakte wimpers en volle rode lippen door de gangen rennen, al giechelend en pratend door hun telefoon.  De sterke geuren van allerlei aftershaves vullen onze neuzen.
Van docenten horen we dat zij blij zijn als ze in hun rooster onze klas zien staan. De meeste klassen zijn niet gemotiveerd, komen niet of te laat en maken de opdrachten amper af. De mensen in onze klas zijn gemotiveerd.
Ik zou ze wakker willen schudden en vertellen hoe ik op mijn middelbare leeftijd in deze schoolbanken terecht ben gekomen.
Hoe zonde het is als ze hun kansen nu niet pakken?

Tragische gebeurtenis

Als zestienjarige was ik na de middelbare school van plan om de zorg in te gaan.
Door een tragische gebeurtenis in ons gezin ben ik afgehaakt.
Na een bijna een heel leven waarin ik ben getrouwd, moeder ben geworden en na een huwelijk van 23 jaar ben gescheiden, moest ik mijn leven opnieuw uitvinden en inrichten.
Via omwegen en mede door de lockdown tijdens de coronapandemie besloot ik de zorg in te gaan, dáar zijn handen nodig.

Middenin het leven

En zo kwam ik terecht op een bijzondere woongroep waar mensen wonen met een niet -aangeboren hersenletsel. Het zijn juist mijn bewoners die mij laten zien hoe onvoorspelbaar het leven is en dat je de kansen die zich voordoen, met beide handen moet pakken.
Onze bewoners stonden middenin het leven met vaak mooie liefdesrelaties,  carrières, kansen en dromen.
Door ziekte, ongeval, geweld of verslaving kwam daar abrupt een einde aan.
Zo kwamen ze terecht in ons verpleeghuis en moeten daar de rest van hun leven invullen.
Als verzorgende en begeleider, maak ik deel uit van hun leven.
“Wat vind je het ergste van het hier wonen?”, vroeg ik eens aan een bewoner.
Het antwoord was: “Dat jullie overal bij zijn, ik ben nooit meer even alleen en totaal afhankelijk van jullie….”
Dit maakte diepe indruk op mij en ik probeer mij er altijd bewust van te zijn.
De manier van zorg verlenen die ik aan mijn bewoners geef, is de manier waarop ik zelf verzorgd zou willen worden.
Dus probeer ik een lichtpuntje te zijn, een vrolijke toegewijde verzorgende, maar ook één die als een leeuwin haar welpen bewaakt.
Is het een roeping?
Ik zie het meer als een voorrecht dat ik deel uit mag maken van hun leven.
Sta je daar als jongere bij stil?
Dat ligt volgens mij aan wat je in je jeugd hebt meegemaakt.
Zelf verloor ik mijn broer op jonge leeftijd en zag ik als zestienjarig meisje al in dat niets vanzelfsprekend is in het leven.
Dankbaarheid voel ik nu ik mijn droom, om ‘zuster’ te worden, toch nog uit kan laten komen.
Er was wel een half leven voor nodig en een hoop keuzes die mij op zijsporen lieten lopen.
Maar het is  voor mij nog niet te laat, ik pak mijn kansen nu!

Sociaal leven op laag pitje

Nog even een jaartje het sociale leven op een laag pitje en mij onderdompelen in de Prove2 move map en de examen opdrachten voltooien.
Als ik dan ervaringen en tips en tops deel met mijn super gemotiveerde 20-jarige klasgenote, valt al het leeftijdsverschil tussen ons even weg en zijn wij twee mensen met een droom en stevenen we samen af op ons doel: het diploma en het felbegeerde speldje van bekwaamheid.

Door: Nationale Zorggids / Willeke Schilder