Normal_image-2017-03-08

De scholen zijn (bijna) overal weer begonnen. Als medeweggebruiker is het weer even wennen; giechelende pubermeiden, drie aan drie naast elkaar fietsend naar school. Inmiddels weet ik dat het  geen zin heeft om je druk te maken als je zelf haast hebt en er niet gelijk langs kunt. Ongewild geniet ik dan maar van de gespreksthema’s zoals dat Franse vakantievriendje op de camping, een onmogelijke lesrooster en die knappe, nieuwe klasgenoot.  Helaas zijn deze onbezorgde fietsmomenten niet voor iedereen weggelegd.

Door #Nieuwedenkersindezorg

Afgelopen week hoorde ik over een volgende situatie: Leerling 1, heeft een chronische ziekte waardoor ze niet naar school kan fietsen. Met een elektrische fiets zou het wel kunnen. Ouders hebben met succes bij gemeente A een elektrische fiets aangevraagd. Leerling 2; heeft dezelfde chronische ziekte is echter woonachtig in gemeente B en komt niet in aanmerking voor een elektrische fiets.  Beiden willen echter hetzelfde: samen met leeftijdsgenootjes naar school kunnen fietsen.

Maatwerkvoorziening

‘Rechtsongelijkheid’ is het eerste wat mij te binnen schiet. Ik zit al na te denken om hier een beleidsmatig betoog te gaan houden, wijzend op de gelijke rechten en hoe gemeenten soms wel erg star omgaan met de interpretatie van de wmo. In de beleidsregels van betreffende gemeente lees ik dan ook dat er sprake is van maatwerkvoorziening “...indien de maatwerkvoorziening voor de persoon van de cliënt  algemeen gebruikelijk is.” Met andere woorden; dat het aannemelijk zou zijn dat deze tiener ook op een e-bike zou fietsen als ze niet die chronische ziekte had.

Een paar dagen later maak ik ’s ochtends vroeg een wandeling met mijn hond. Onderweg komen we twee ooievaars tegen, beiden lopen met rustige schreden over het pas gemaaide gras. Het voorval met deze twee leerlingen schiet mij opeens te binnen. Vreemd, dat die ooievaars dit voorval bij mij naar boven halen. Het lijkt een onlogische vergelijking maar hoe meer ik er over nadenk, des te meer ik toch een parallel zie.

Ooievaars en de e-bike

Die twee ooievaars hebben de vrijheid om te gaan en staan waar ze willen, ze houden zich niet bezig met de vraag of ze recht hebben op een tijdelijk oponthoud op een stuk land. Ze zijn daar puur omdat ze instinctief weten dat het land voorziet in hun basisbehoefte; voedsel. Willen ze overleven, dan is er de NOODZAAK om voedsel binnen te krijgen. Zo ook in de situatie van deze twee leerlingen. De kern is niet het recht op een voorziening of een hulpmiddel maar de NOODZAAK voor of tot...

Dit lijkt mij een krachtiger uitgangspunt dan het hebben of hanteren van strakke beleidsregels. Is het niet logischer om vast te stellen wat de NOODZAAK is voor deze leerling om zelfstandig, op een aangepaste fiets, met klasgenootjes naar school te gaan? Ik denk dat we er allemaal zo een paar op kunnen noemen: de leerling bespaart zo energie voor de lessen en schoolprestaties, de leerling hoeft geen aanspraak te maken op het budget van leerlingenvervoer, ze is niet afhankelijk van derden als ze buiten schooltijd ergens naar toe wil. Wellicht nog wel het belangrijkste: het is al een knappe prestatie als je met een chronische ziekte, waar je zelf niet veel aan kunt doen, toch gewoon mee wilt doen op school! Dan moeten wij volwassen dat toch gewoon mogelijk maken?!

Wie helpt er mee?

© Nationale Zorggids / Anni Tüski