Tommie Niessen

Hey meneer, hoe is het met u? “Niet zo best jongen…” Wat is er dan als ik vragen mag? “Ik weet het niet, het is gewoon alles, alles bij elkaar.” Meneer begint te huilen, hij verzet zich tegen zijn tranen maar het lukt hem niet om ze in te houden. “Godverdomme!” zegt hij, snikkend en met zijn handen voor zijn ogen. Ik ga naast hem zitten op de bedrand. Ik weet niet wat ik moet zeggen, misschien moet ik ook niets zeggen. Het is goed zo, deze emoties mogen er zijn. We zitten samen op bed in zijn half ingerichte appartement. Het snikken van meneer is naast het tikken van de klok het enige geluid dat ik kan horen.

Door Tommie Niessen

Meneer is 80, zijn vrouw is vorige maand plotseling overleden. Ze hebben geen kinderen samen. Hij is gisteren hier komen wonen omdat het thuis niet meer ging. Hij zorgde niet voor zichzelf en zou vereenzamen als hij daar was gebleven. Gelukkig ziet meneer dit zelf ook in. De enige persoon die voor meneer zorgt is zijn neef, hij heeft ook de zorg ingeschakeld. Nu is meneer hier in deze vreemde omgeving, zonder zijn geliefde en vol van emoties. Wat moet dit onvoorstelbaar moeilijk zijn voor deze man. Dat is de enige gedachte die steeds door mijn hoofd gaat.

“Nou ik ben uit gejankt hoor jongen.” Meneer kijkt mij aan met waterige ogen. Ik zie een klein beetje opluchting in zijn gezicht. Heeft u honger? “Nee, ik heb al een maand geen honger meer.” "Dat begrijp ik, maar u kunt wel wat eten gebruiken denk ik." “Daar heb je gelijk in...” Ik loop naar de keuken en maak een boterham met vlokken. Dit is het enige dat in de keukenkast staat. Ik ga er maar vanuit dat hij daar van houdt. Wilt u een kop koffie? “Ja, helemaal zwart. Drink jij ook een kop koffie jongen?” Ik heb eigenlijk geen tijd denk ik bij mezelf. Ik ben hier al veel langer dan gepland, maar ja. Meneer heeft dit nodig, ik kan nu niet gaan. “Ja zeker meneer!” Roep ik vanuit de keuken. “Fijn jongen, dat vind ik fijn, echt waar.”

Nu zitten we samen aan tafel, met een kop koffie. Meneer neemt zo nu en dan een hapje van zijn boterham met vlokken. “Lekker jongen, goede keuze haha!” Ik weet wat hij bedoelt, er was niets anders. We schoten allebei een beetje in de lach. Mooi, ik had niet verwacht dat ik deze man nog zou zien lachen vandaag. “Echte mannen huilen toch niet jongen? Sorry van daarnet...” Ik zie aan meneer dat hij het nog steeds een beetje gênant vindt. “U hoeft echt geen sorry te zeggen. Wat u allemaal heeft meegemaakt is ontzettend zwaar en dan mag u best huilen. Emoties tonen is alleen maar goed. Ik huil ook weleens, en dan om minder zware dingen.” antwoord ik. “Nou daar zitten we dan, twee neppe mannen aan één tafel!” zegt meneer met een lach op zijn gezicht.

Wat mooi denk ik bij mezelf, fijn dat het nu zo is, dat meneer zich net iets beter voelt dan in het begin. Het is nu wel echt tijd om te gaan, nu voelt het goed. Ik drink mijn koffie op en maak mij klaar om te vertrekken. “Tot ziens meneer, bedankt voor de koffie. Ik zie u binnenkort weer!” “Bedankt he jongen, fijn dat je even tijd voor mij had”, zegt meneer terwijl ik mijn jas aan doe. Ik geef hem nog een hand en ik ga weer verder. Ik loop flink achter met mijn route. Maar ja, dat doet er niet toe, ik kan nu gaan met een goed gevoel. Het is goed zo.

Tommie Niessen (26) werkt als verpleegkundige. Jaren geleden had hij niet gedacht dat hij in de zorg zou terechtkomen. Het leek hem niets aan, totaal niet stoer en hij dacht dat je dan de hele dag mensen moest wassen. Inmiddels is zijn kijk op de zorg helemaal veranderd. Nu schrijft hij over zijn werk en de dingen die daarmee te maken hebben. Daarmee wil hij de zorg en het werk dat verpleegkundigen doen positief onder de aandacht brengen. Volg Tommie op Instagram en Facebook (@tommieindezorg) of op zijn website tommieniessen.nl.
 
© Nationale Zorggids / Tommie in de zorg