Een op acht geboosterde Nederlanders hoeft geen tweede booster

Een op de acht Nederlanders die voor een boosterprik heeft gekozen is niet van plan een volgende booster tegen het coronavirus te gaan halen, mocht die worden aangeboden. Een op de tien weet het nog niet, zo blijkt uit een enquête van Kieskompas en datapersbureau LocalFocus, onderdeel van het ANP.

Aan de peiling deden ruim 4400 volwassenen mee. Van deze groep heeft zo'n 70 procent al een eerste boosterprik gehaald en is 10 procent van plan dat nog te gaan doen.

Van de mensen die een booster hebben gehaald of daar plannen voor heeft, geeft de helft aan ook een eventuele volgende prik "zeker" te zullen halen. Nog eens 27 procent houdt het op "waarschijnlijk wel". Ruim 9 procent antwoordt "waarschijnlijk niet", 3 procent zegt al zeker te weten geen volgende booster te willen. De overige 11 procent houdt de opties nog open.

Extra booster voor risicogroepen

Of een volgende boosterprik mogelijk wordt gemaakt, is aan het kabinet. De Gezondheidsraad adviseerde vorige week die mogelijkheid in elk geval te geven aan mensen die een verhoogd risico lopen op ernstig verloop van een corona-infectie. Het gaat om mensen van 70 jaar en ouder, volwassenen met het syndroom van Down, volwassenen met een ernstige immuunstoornis en bewoners van verpleeghuizen. Minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid) wil daar deze week een besluit over nemen.

Uit de peiling van LocalFocus en Kieskompas blijkt dat ouderen veel meer geneigd zijn om een volgende prik te nemen dan jongeren. Van de geboosterde 65-plussers zegt 85 procent wel een volgende oppepprik te willen. Zeven op de tien ondervraagden onder de 35 jaar zouden een extra booster nemen als de overheid die aanbiedt.

Regionale verschillen

Regionaal wordt ook uiteenlopend gedacht over een volgende booster. Respondenten uit Friesland gaven het vaakst aan geen extra prik te willen, inwoners van Zeeland die aan de peiling meededen staan hier het vaakst positief tegenover.

De peiling werd gehouden tussen 28 januari en 7 februari en is representatief voor geslacht, leeftijd, opleiding, regio, migratieachtergrond en stemgedrag bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen. Op die manier vormt de ondervraagde groep een zo goed mogelijke afspiegeling van de Nederlandse bevolking.

Door: ANP