
Invoering inkomensafhankelijke bijdrage Wmo komt bij derde kabinet te liggen
De wet voor een inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo gaat voorlopig niet door. De Kamercommissie VWS verklaarde het wetsvoorstel controversieel. Daarmee schuift de behandeling op naar een volgend kabinet. Cliëntenorganisaties zoals Ieder(in) zijn opgelucht. Dit melden Binnenlands Bestuur en Ieder(in).
Het voorstel wilde het huidige vaste abonnementstarief van 21 euro per maand vervangen door een bijdrage tot wel 298 euro, afhankelijk van inkomen en vermogen. Vooral mensen met een middeninkomen zouden fors meer moeten betalen voor huishoudelijke hulp en andere Wmo-voorzieningen.
Zorgmijding
Cliëntenorganisaties zoals Ieder(in) zijn opgelucht dat het wetsvoorstel voorlopig van tafel is. Zij vrezen dat de maatregel mensen met een beperking of chronische ziekte hard raakt. Hogere kosten zorgen voor meer financiële druk, extra zorgmijding en overbelasting van mantelzorgers. Daarnaast waarschuwen zij voor strijdigheid met het VN-verdrag Handicap, dat stelt dat de positie van mensen met een beperking niet mag verslechteren.
De voorgenomen wijziging zou ook leiden tot een complexer systeem met meer administratie. Patiëntenorganisaties vrezen dat noodzakelijke hulp onbetaalbaar wordt met een inkomensafhankelijke bijdrage. Sinds de invoering van het huidige abonnementstarief in 2020 nam het aantal Wmo-aanvragen juist sterk toe.
Ruimte
Het wetsvoorstel is al meerdere keren uitgesteld. De nieuwste invoeringsdatum stond op 1 januari 2027. Door het controversieel verklaren komt die invoering nog verder onder druk te staan. Er ontstaat nu ruimte voor een nieuw kabinet om samen met belangenorganisaties beter te kijken naar een eerlijke, toegankelijke Wmo, aldus Ieder(in).