
Medicatieveiligheid in gehandicaptenzorg nog niet op niveau
De medicatieveiligheid in de gehandicaptenzorg schiet tekort. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) bij 25 zorgaanbieders. Hoewel er veel goed gat, is er ook nog veel ruimte voor verbetering, aldus IGJ.
Cliënten en hun vertegenwoordigers denken meestal goed mee over hun medicatie. Ze kiezen soms zelf hoe of wanneer ze hun medicijnen innemen. Zulke keuzes staan meestal netjes in het dossier. Toch ontbreken er nog belangrijke verbeteringen. Bijna overal krijgen zorgverleners scholing over medicatie, vaak via e-learning, maar bij kleine zorgaanbieders te vaak niet. Personeel dat hier wel scholing over volgt, weet desondanks vaak niet welke medicatie ze geven en wat daarbij aandachtspunten zijn.
Aandachtspunten medicatiebeleid
Grote organisaties hebben hun beleid beter op orde dan kleine. Bij kleine aanbieders kennen medewerkers de regels omtrent het veilig geven en bewaren van medicijnen vaak wel, maar leggen ze deze minder vast. Zo wordt toediening van medicijnen niet altijd afgetekend op de lijst. Opslag van medicijnen vraagt ook extra aandacht. Vaak hebben te veel medewerkers toegang tot de medicijnkast. Ook is er regelmatig geen openingsdatum te vinden op zalven en druppels, waardoor medicijnen onbewust over de datum raken. Verlopen medicijnen liggen hierdoor soms nog in de kast, terwijl ze terug naar de apotheek moeten.