Meerzorg bij zevmb onder druk: ‘Basis die nodig is om niet kapot te gaan’
Ongeveer 2.000 gezinnen in Nederland hebben een gezinslid met een zeer ernstige verstandelijke meervoudige beperking (zevmb). Vaak woont deze bij hen in huis en is de financiering van zorg en ondersteuning geregeld vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Veel gezinnen hebben echter meerzorg nodig, maar die staat vanwege strengere regels onder druk. Dit meldt Ieder(in).
Onderzoek van ZEVMB Kenniscentrum, 2CU en JouwMetgezel laat zien dat meerzorgaanvragen strenger worden beoordeeld. Ook eerder toegekende meerzorg wordt soms stopgezet, terwijl de zorgbehoefte onveranderd blijft. Verschillen tussen zorgkantoren zorgen bovendien voor ongelijkheid. Zonder de regeling moeten ouders soms 133 uur per week zorg verlenen. “Meerzorg is de basis die nodig is om niet kapot te gaan”, zegt een moeder van een zevmb-gezin. Pas als er juridisch bezwaar wordt gemaakt, wordt meerzorg ineens wél toegekend.
Meer meerzorgproblemen
Belangenorganisatie Ieder(in) signaleert dezelfde problemen, maar niet alleen bij gezinnen met zevmb. Er zijn meer mensen die meerzorg nodig hebben en ook bij hen zijn er zorgen over (het gebrek aan) toekenning ervan. Demissionair staatssecretaris Nicki Pouw-Verweij erkent het probleem en vindt dat gezinnen met zevmb niet in de problemen mogen komen.
Concrete acties
Maar worden zijn volgens Ieder(in) niet genoeg. Er zijn concrete maatregelen nodig om verdere escalatie te voorkomen. De organisatie roept de Tweede Kamer dan ook op om volgende week tijdens het debat over het gehandicaptenbeleid hierover te spreken en concrete afspraken vast te leggen. Niet alleen over het toekennen van meerzorg, maar ook over logeerzorg en de beschikbaarheid daarvan. Ook is het woningaanbod een belangrijk onderdeel van het probleem. Gezinnen met intensieve zorgvragen mogen niet in de problemen komen, aldus Ieder(in).