Normal_teamwork_personeel_werk_samenwerking_team

Hoewel de overgang van AWBZ naar Wmo in volle gang is, werken gemeenten, zorgverzekeraars en zorgaanbieders nog onvoldoende samen. De partijen kunnen het meestal wel eens worden over de te volgen koers, maar slagen er nog niet in om de zorg concreet in te vullen. Dat blijkt uit een onderzoek van kennisinstituut Vilans, zo meldt Klik.

Vilans publiceerde deze maand een onderzoek over plaatselijke samenwerkingsvormen in de langdurende zorg. Hiervoor werden interviews afgenomen onder 62 wethouders, bestuurders, directeuren, managers en professionals van zorgaanbieders, verzekeraars en gemeenten in de regio's Almere, Utrecht, Alkmaar, Twente, Leiden, Den Bosch en Zeeuws-Vlaanderen.

Ondanks de plaatselijke verschillen komt uit het onderzoek een eenduidig beeld naar voren: de werelden van gemeente en zorgaanbieders zijn nog sterk gescheiden. Van ontschotting of samensmelting is weinig te merken. De verschillen in belangen werken dit ook tegen. De manier waarop gemeenten hun opdrachtgeversrol invullen veroorzaakt spanning bij veel zorgaanbieders. Elke gemeente denkt bijvoorbeeld zelf na over wie de regie moet hebben, over de ontwikkeling van wijkscans en over methoden om zorg in te kopen. Hoe het zorgproces er in werkelijkheid komt uit te zien is nog onderbelicht.

Volgens Vilans is intensieve samenwerking een voorwaarde om de overgang van AWBZ naar Wmo te laten slagen. De betrokken partijen, inclusief cliënten, moeten met elkaar om de tafel en boven hun eigen belangen gaan staan, aldus Vilans.

© Nationale Zorggids