Logo_vgn_vereniging_gehandicaptenzorg_nederland_logo

Een te groot deel van het Wmo-budget wordt niet gebruikt voor ondersteuning aan de kwetsbare inwoners van Nederland. Als de Wmo-budgetten wel helemaal waren uitgegeven had dat ook nog eens veel banen bespaard, zegt directeur Frank Bluiminck van Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN). De vereniging wil dat er niet alleen op landelijk niveau, maar ook lokaal overlegd wordt over de Wmo-budgetten en de overschotten hierop. Dat meldt VGN.

Als het overschot van 310 miljoen euro wel was besteed, waren er minder banen verloren gegaan en hadden cliënten meer ondersteuning gekregen, schrijft Bluiminck aan de Tweede Kamer. Hij is bang dat cliënten zorg blijven mijden omdat de eigen bijdragen van gemeenten te hoog zijn, de overschotten zullen daarmee naar alle waarschijnlijkheid blijven toenemen. “Daarnaast kopen gemeenten te weinig zorg in of betalen te lage tarieven”, schrijft Bluiminck in de brief. Uit een onlangs uitgevoerde monitor blijkt dat niet in elke gemeente voldoende budget was voor nieuwe cliënten. 78 procent van de VGN-leden vindt dat gemeenten de problematiek van cliënten onvoldoende herkennen. Zo geven gemeenten een onjuiste indicatie voor zorg af. 

In de Wet maatschappelijke ondersteuning moet er ook meer aandacht komen voor jongvolwassenen die de transitie van jeugd naar volwassene maken, vindt VGN. Deze transitie kan gepaard gaan met problemen en binnen gemeenten zijn er onvoldoende ondersteuningsmogelijkheden voor jongvolwassenen met bijvoorbeeld een licht verstandelijke beperking (LVB). “In de Wmo, en daarmee in het beleid van gemeenten, ligt de focus sterk op zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Maar de stap naar zelfstandig wonen is een stap die veel jongvolwassenen door hun beperking juist nog moeten maken en dat vraagt om extra ondersteuning”, aldus Bluiminck.

©Nationale Zorggids