Steeds meer mensen die voorheen in de sociale werkplaats (sw) werkten, zijn nu in dienst bij een reguliere werkgever. Dat stelt Cedris, de brancheorganisatie voor de sociale werkvoorziening. Hoewel het goed is dat steeds meer mensen hun weg vinden in de reguliere sector, brengt het wel grote kosten met zich mee. Het tekort zal volgens Cedris steeds verder oplopen omdat subsidies voor werknemers afnemen. Dit meldt Binnenlands Bestuur.
In 2015 was bijna 40 procent van de mensen uit de sw werkzaam bij een gewone baas. Dit is een stijging van 2 procentpunt. In de afgelopen tien jaar is het aantal mensen dat buiten de sociale werkplaats werk vindt zelfs verdubbeld. Dit komt deels door de wisselingen in personeel. Ouderen gaan op pensioen en andere medewerkers wisselen van werkplek. In 2015 vielen bijna 100.000 mensen onder de Wet Sociale Werkvoorziening (wsw).
De stijging van het aantal werknemers in het reguliere circuit is goed voor de werknemers. Zij krijgen buiten de sw meer kansen voor een zo normaal mogelijke arbeidservaring. Ook is de stijging in lijn met de Participatiewet, die stelt dat gemeenten voor beschut werk moeten zorgen voor inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt. Volgens de Banenafspraak moeten werkgevers de komende jaren 125.000 banen creëren voor deze doelgroep.
Echter zitten daar wel wat haken en ogen aan. Door bezuinigingen op de sw vanuit de overheid, is er weinig budget aanwezig binnen de sector. De loonkosten binnen de sw nemen drie kwart van het gehele budget in beslag. Daarnaast is er steeds minder subsidie per werknemer beschikbaar. Daardoor is al een groot tekort ontstaan, wat volgens Cedris nog verder op kan lopen. In 2015 was het tekort 97 miljoen euro, een jaar daarvoor was dit nog 81 miljoen euro aan tekorten.
Door: Redactie Nationale Zorggids
