Begin jaren negentig haalde professor Ad de Jongh EMDR naar Nederland. Waar het eerst alleen als traumatherapie werd gebruikt bij mensen met een posttraumatische stressstoornis, blijkt het nu ook effectief voor mensen met een depressie, eetstoornis of fobie. Deze psychische aandoeningen kunnen namelijk ook het gevolg zijn van een traumatische gebeurtenis. “Als we die herinneringen nu met EMDR behandelend worden de klachten minder”, aldus De Jongh.

Mensen met een verstandelijke beperking hebben relatief vaak last van trauma’s. Echter erkent de zorg dat vaak niet, zegt psycholoog Liesbeth Mevissen die promoveert op traumaverwerking bij deze groep mensen. Zij ziet dat eventuele problemen vaak worden toegeschreven aan de beperking, maar niet aan een traumatische ervaring.

“Mijn onderzoek toont aan dat EMDR een geschikte methode is die goed toepasbaar is bij mensen met een verstandelijke beperking en dat die ook effectief is. Dat komt omdat er bij EMDR heel weinig taal nodig is”, aldus Mevissen. Andere huidige behandelmethoden vergen vaak een groter vermogen tot denken of spreken.

Bij EMDR vertelt de patiënt over zijn traumatische herinneringen waarbij hij tegelijkertijd door de therapeut wordt afgeleid met bijvoorbeeld handbewegingen, of geluiden op links en rechts. Na elke set nemen de therapeut en patiënt rust. Op dat moment wordt naar de gedachten van de patiënt gevraagd. Vaak stromen de gedachten en gevoelens eruit. 

Door: Redactie Nationale Zorggids