Normal_dementie_mantelzorger

Eén op de drie werkende vrouwen en één op de vijf werkende mannen geeft mantelzorg aan iemand in de directe sociale omgeving, met name aan (schoon)ouders, partners of een kind. Mannen met een zorgtaak werken 39 uur per week en geven zes uur mantelzorg. Vrouwen die beide combineren besteden 28 uur van hun week aan werk en 6 uur aan mantelzorg. Circa 400.000 werkenden geven intensief hulp aan hun zieke naaste. Zij zijn substantieel minder tevreden over hun leven en ervaren meer tijdsdruk. Dit meldt het Sociaal en Cultureel Planbureau die een enquete uitstuurde over informele zorg, waaraan ook ruim 3.800 werkenden meededen. 

De helft van de werkende mantelzorgers heeft een leidinggevende verteld over de zorgtaak. Degenen die dat niet gedaan hebben, zagen daar vaak geen aanleiding voor. Ze zouden het wel doen als ze meer hulp zouden geven of als de gezondheid van de hulpbehoevende achteruit zou gaan. Driekwart van degenen die er met de leidinggevende over sprak, ervaart begrip. Eén op de vijf maakte afspraken met zijn of haar leidinggevende. Vaak gaan die over direct vrij kunnen nemen als dat nodig is of over flexibele werktijden.

Kwaliteit van leven en tijdsdruk

Intensieve mantelzorgers die hun leidinggevende op de hoogte stellen, of flexibel werk hebben (onverwachts vrij kunnen nemen of aangepaste werktijden) ondervinden minder tijdsdruk. Wel zijn werkenden die intensief helpen substantieel minder tevreden of hun leven en ervaren meer tijdsdruk. Dit geldt ook voor mantelzorgers van iemand met een psychische beperking. Ook mensen die vinden dat zij de hulp wel moeten geven voelen zich vaak onder tijdsdruk staan.

Zorgverlof, vakantiedagen en ziek melden 

Van alle mantelzorgers nam ongeveer 10 procent betaald en 6 procent onbetaald zorgverlof op. Werkende mantelzorgers namen vaker vakantiedagen op dan zorgverlof om mantelzorg te kunnen geven. Ook meldden zij zich weleens ziek om te kunnen helpen. Intensieve helpers ‘kiezen’ dan vaker voor deze oplossingen om tijd te creëren dan anderen. 

Door: Nationale Zorggids