Normal_ouderen_senioren_oudere_man

Volgens de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is het toezicht op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) op veel aspecten niet goed of zelfs verslechterd. Veel gemeenten en hun toezichthouders stopten vorig jaar de toezichtbezoeken of stelden die uit door de coronamaatregelen. In een nieuw rapport dringt de IGJ erop aan om de aanbevelingen van bijna een jaar geleden alsnog op te pakken. Dit meldt de inspectie. 

Sinds de invoering van de Wmo in 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning van mensen die dat nodig hebben. Ook moeten de gemeenten zorgen voor onafhankelijk toezicht hierop. De IGJ vindt het tempo waarin gemeenten het toezicht invullen onvoldoende. De mogelijkheid om in Nederland te komen tot het gewenste Wmo-toezicht is nog ver weg, constateert de inspectie.

Onvoldoende geld of capaciteit 

Zo lukt het veel gemeenten niet om voldoende proactief toezicht te houden. Bijvoorbeeld door onvoldoende geld of te weinig capaciteit. Ze houden alleen reactief toezicht, zoals na een melding. Toezichthouders kunnen vaker onafhankelijk oordelen en informatie verzamelen. Maar zij bepalen nog niet zelf het moment of de zwaarte van een interventie. Het aantal gemeenten dat met een plan of programma werkt is gelijk gebleven. Net als de openbaarmaking van rapporten en maatregelen.

Slechts in de helft van alle gemeenten stelt de Wmo-toezichthouder een jaarverslag op. Dit aantal is in 2020 nog verder gezakt in vergelijking met 2019.

Meer samenwerken 

De inspectie dringt erop aan om de aanbevelingen uit 2019 alsnog op te pakken. Ook moet het stimuleren van de ontwikkeling van het gemeentelijke toezicht onder de aandacht blijven. Gemeenten moeten meer samenwerken om het niveau van hun Wmo-toezicht te verbeteren. Het is belangrijk dat het ontwikkelen van scherpere eisen aan de kwaliteit en goed contractmanagement zich verder verbreedt naar alle gemeenten. Omdat dit niet alleen goed is voor het Wmo-toezicht, maar ook voor de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning zelf.

Door: Nationale Zorggids