Onderzoek naar latere klachten bij aangeboren hartaandoening
Veel kinderen met een aangeboren hartaandoening functioneren redelijk goed als ze jong zijn. Pas op volwassen leeftijd ontstaan (opnieuw) problemen. Onderzoekers proberen een manier te vinden om deze hartproblemen op latere leeftijd te kunnen voorkomen. Dat meldt de Hartstichting.
Jaarlijks worden er in Nederland 1.300 tot 1.400 kinderen geboren met een afwijking aan het hart. Van deze kinderen bereikt meer dan 85 procent de volwassen leeftijd, omdat zij ondanks hun aandoening een redelijk normaal leven kunnen leiden. Veel van deze kinderen hebben op jonge leeftijd een of meerdere hartoperaties ondergaan. Op volwassen leeftijd ontstaan er vaak toch klachten, zoals hartfalen, hoge bloeddruk in de longen of hartritmestoornissen.
Een groeiend kinderhart heeft het vermogen om cellen te vernieuwen en beschadigingen te herstellen. Na langdurige overbelasting kan het hart dit vermogen verliezen. Wetenschappers van verschillende academische centra en van het Hubrecht instituut Utrecht doen nu onderzoek naar de processen die eraan bijdragen dat het kinderhart wordt beschermd. Ook willen ze weten welke eiwitten en genen in het bloed en de weefsels deze processen aansturen. Dit inzicht is nodig voor nieuwe behandelingen tegen de achteruitgang van het hart.
© Nationale Zorggids