‘Vaak geen compensatie na arbeidsongeval’
(Novum) – Slachtoffers van arbeidsongevallen en beroepsziekten krijgen vaak geen compensatie voor de financiële schade die ze hebben opgelopen. Ze raken vaak in een sociaal isolement, concludeert een onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam.
Van de 125 duizend werknemers die door zijn werk ziek wordt zit zo’n tien procent na een halfjaar nog steeds ziek thuis. Een deel kan nooit meer in de oude functie aan het werk. Vaak durven werknemers de schade die zij hierdoor lijden niet te verhalen op hun werkgever uit vrees voor een lange juridische lijdensweg. Ook zijn ze bang hun baan te verliezen. Vaak doen ze dit pas als ze ontslagen zijn of een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen.
De onderzoeker, Wim Eshuis, ontdekte dat na een ongeval of beroepsziekte zoals RSI nauwelijks maatregelen worden genomen om de werkplek veiliger of gezonder te maken. Soms worden werknemers gedwongen weer aan het werk te gaan op de onveilige werkplek waar ze eerder gewond raakten.
Bedrijven zouden daarom door de arbeidsinspectie moeten worden gedwongen preventieve maatregelen te nemen. Financiële prikkels en zelfregulering zijn volgens Eshuis niet genoeg om voor een veilige werkplek te zorgen.
De onderzoeker wijst erop dat Nederland onlangs op de vingers is getikt door de internationale arbeidsorganisatie ILO, omdat niet genoeg is gedaan om arbeidsongevallen te voorkomen en te weinig is geregeld rond schadevergoeding. Het afhandelen van arbeidsongevallen en beroepsziekten moet volgens Eshuis worden geregeld in bijvoorbeeld de cao. Dan is volgens hem geen ruzie nodig over hoe veel de werknemer moet krijgen. “Zo’n regeling doet recht aan de slachtoffers, en is ook bevorderlijk voor het herstel. Want een slepende procedure is niet goed voor de gezondheid.”