Veel kleine aanbieders gehandicaptenzorg slordig met verplichte VOG-controle
In de gehandicaptenzorg blijken veel kleine zorgaanbieders hun personeelscontrole niet op orde te hebben. Bij meer dan 80 procent van hen kloppen de verklaringen omtrent het gedrag (VOG’s) van medewerkers niet of slechts deels. Soms ontbreekt de verklaring zelfs volledig, blijkt uit onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
Inspecteurs controleerden 38 kleinere zorgorganisaties en namen 189 personeelsdossiers onder de loep. Bij bijna 9 procent van de medewerkers bleek helemaal geen VOG aanwezig. In andere gevallen was de verklaring te oud, of begonnen medewerkers al met werken voordat de VOG binnen was. Ook controleren werkgevers regelmatig niet of de verklaring echt is.
Gebrek aan kennis en routine
Volgens de IGJ willen de meeste zorgaanbieders het wel goed doen, mede door de recente aandacht voor fraude met VOG’s en diploma’s. Toch ontbreekt vaak de kennis om de juiste procedures te volgen. Ze voelen hun verantwoordelijkheid voor kwetsbare cliënten, maar hebben moeite om hun eigen afspraken goed uit te voeren, stelt de inspectie.
Een VOG is verplicht voor iedereen die direct met cliënten werkt – van zorgverleners tot chauffeurs en schoonmakers én ongeacht of iemand in loondienst, als zzp’er of via een uitzendbureau werkt. De verklaring toont aan dat iemands justitiële verleden geen belemmering vormt om in de zorg te werken.
Risico’s bij uitbesteding controle
Veel werkgevers laten de controle van de VOG’s over aan uitzend- of bemiddelingsbureaus, terwijl zij zelf verantwoordelijk blijven. Dat brengt risico’s met zich mee, omdat de controle op echtheid en identiteit vaak onvoldoende is. De IGJ vindt dat ook dat het de verantwoordelijkheid is van de werkgevers zelf om de VOG’s te controleren op echtheid en iemands identiteit te verifiëren.