
Week van Inclusief Onderwijs: meer dan 10.000 kinderen met beperking zitten thuis
Meer dan 10.000 kinderen met een beperking gaan helemaal niet naar school. Nog veel meer volgen speciaal onderwijs ver van huis, zonder contact met leeftijdsgenoten uit de buurt. Tijdens de Week van Inclusief Onderwijs (10-14 maart) vraagt Stichting het Gehandicapte Kind aandacht voor Samen naar School-klassen: een plek waar kinderen met en zonder beperking samen leren. Dit meldt het Gehandicapte Kind.
Een Samen naar School-klas is een aparte groep binnen een reguliere school. Kinderen met een beperking krijgen hier onderwijs en zorg op maat in een eigen lokaal, maar nemen ook deel aan gezamenlijke activiteiten. Kinderen uit reguliere klassen komen op bezoek om te helpen in de les, samen te lezen of te knutselen. Zo leren leerlingen elkaar beter kennen en ontstaat wederzijds begrip.
Wat in 2006 begon met één klas, is inmiddels een beweging met ruim 60 klassen. In 2027 moeten dat er 100 zijn, verspreid over heel Nederland. “Uiteindelijk willen we onze droom waarmaken: álle kinderen met en zonder beperking samen naar school”, zegt Maartje van Boekel van Stichting het Gehandicapte Kind. “Ieder kind kan leren, ook die kinderen die complexe zorg nodig hebben. Voor hen is een Samen naar School-klas een uitkomst.”
Onderzoek toont aan dat veel kinderen met een beperking zich eenzaam voelen. Inclusief onderwijs kan dat veranderen. “Dan worden ze wel uitgenodigd voor verjaardagsfeestjes en hebben ze speelafspraakjes. Maar alleen al het feit dat ze worden herkend en begroet bij de lokale supermarkt maakt dat deze kinderen zich gezien voelen en ervaren dat ze erbij horen”, aldus Van Boekel.
Bovendien profiteren alle leerlingen van inclusief onderwijs. Uit onderzoek blijkt dat het niet alleen de sociale ontwikkeling, maar ook de leerprestaties van álle kinderen verbetert.