
Winstgroei in zorg: geestelijke gezondheidszorg en thuiszorg voorop
De vier grootste zorgsectoren – ziekenhuizen, verpleeghuiszorg, gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg – behaalden in 2023 samen een bedrijfsresultaat van 1,6 miljard euro. Dit is een stijging van 14,1 procent ten opzichte van 2022, toen de winst nog met 30 procent daalde. Hogere tarieven en gestegen opbrengsten compenseerden de hogere loonkosten en inflatiegerelateerde uitgaven, aldus het CBS.
De geestelijke gezondheidszorg zag het bedrijfsresultaat bijna verdubbelen naar 156 miljoen euro. Ook de verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg profiteerden, met een stijging van 45,4 procent naar 548 miljoen euro. Toch blijven deze cijfers onder het niveau van 2021.
Daling winst gehandicaptenzorg
De gehandicaptenzorg kende juist een daling van 21,3 procent, met een winst van 159 miljoen euro. Bij ziekenhuizen bleef het resultaat nagenoeg gelijk op 729 miljoen euro. Hier daalde de winst bij algemene ziekenhuizen (-15,5 procent), terwijl universitair medische centra een stijging van 29,1 procent noteerden.
Inhuur extern personeel
Het aandeel van ingehuurd personeel varieert sterk. Bij ziekenhuizen bleef dit relatief laag met 5,5 procent van de personeelskosten. In de gehandicaptenzorg was dit aandeel met 12,8 procent het hoogst, een stijging van 1 procentpunt ten opzichte van 2022.
Investeringen in de vier sectoren namen toe met 5,6 procent naar 4,1 miljard euro. Universitair medische centra waren koplopers met een groei van 17,2 procent. Tegelijkertijd stegen de uitgaven aan ingehuurd personeel door de krappe arbeidsmarkt. Deze kosten groeiden met 11,2 procent naar 4,7 miljard euro.