Wmo faalt voor levenslange beperkingen: Ieder(in) pleit voor nieuw kader
De Wmo voldoet niet voor mensen met een levenslange, levensbrede beperking. Ieder(in) stelt dat een apart wettelijk kader noodzakelijk is. Het huidige systeem houdt onvoldoende rekening met de dagelijkse praktijk en complexe behoeften van deze groep. Dit meldt Ieder(in).
Bijna 1.400 mensen vulden de vragenlijst van Ieder(in) in. Daarvan hadden 612 respondenten een levenslange, levensbrede beperking. Ze lopen tegen problemen aan bij de aanvraagprocedure, vinden de Wmo-voorzieningen vaak ongeschikt of van slechte kwaliteit en krijgen te weinig ondersteuning bij zelfredzaamheid en participatie. “Wij hadden voortdurend het gevoel dat er niet geluisterd werd. En dat er alles aan is gedaan om te voorkomen dat de gemeente hulp moest geven. Voor ons voelde het als een strijd die bijna niet te winnen was,” vertelt een deelnemer.
Zorgen over toekomstige bezuinigingen
Vergelijking met respondenten van 60 jaar of ouder, die één enkele Wmo-voorziening gebruiken, laat zien dat deze groep relatief beter geholpen wordt. Voor mensen met levenslange beperkingen werkt het systeem structureel onvoldoende. Ze maken zich zorgen over toekomstige bezuinigingen en de inkomensafhankelijke eigen bijdrage.
Apart wettelijk kader
Ieder(in) formuleert adviezen voor verbetering. Op korte termijn moeten gemeenten de aanvraagprocedures verbeteren en langdurige indicaties de norm maken. Zo komt er meer zekerheid voor deze kwetsbare groep. Op (middel)lange termijn pleit Ieder(in) voor een apart wettelijk kader. Daarbinnen kunnen mensen met levenslange, levensbrede beperkingen en hun naasten hun maatschappelijke ondersteuning beter regelen.