Zorgorganisatie De Trans verdwijnt als zelfstandige entiteit per 2026
De zorgaanbieder De Trans, onderdeel van zorgconcern Espria, wordt per 1 januari 2026 geïntegreerd in de gehandicaptenzorgorganisaties Cosis en Vanboeijen. De fusie moet zorgen voor continuïteit van zorg in de regio’s Groningen en Drenthe, waar De Trans actief is. Dit meldt Skipr.
De beslissing volgt op een gezamenlijke toekomstverkenning door Espria, de betrokken zorgorganisaties en de zorgkantoren Zilveren Kruis en Menzis. Aanleiding vormden aanhoudende financiële knelpunten bij De Trans, waardoor de kwaliteit en beschikbaarheid van zorg in het gedrang dreigden te komen.
Focus op stabiele zorgverlening
Met de overdracht beogen de partijen een structurele oplossing die rekening houdt met de toenemende zorgvraag en het tekort aan gespecialiseerd personeel. Daarbij is gekozen voor een gefaseerde aanpak waarbij cliënten, medewerkers en andere belanghebbenden stap voor stap worden meegenomen in de veranderingen.
De medewerkers van De Trans zullen in dienst treden bij Cosis of Vanboeijen. Dit moet bijdragen aan behoud van vertrouwde zorgrelaties voor cliënten en een soepele overgang van de dienstverlening. De organisaties zetten daarbij in op kennisdeling en schaalvoordelen om de continuïteit van zorg te waarborgen.
Regionale samenwerking als uitgangspunt
De betrokken partijen benadrukken het belang van regionale verankering en samenwerking. Door de aanwezigheid van Cosis en Vanboeijen in het noorden van het land ligt de nadruk op het voortzetten van zorg in de vertrouwde omgeving van cliënten. Ook na de fusie blijven zij zoveel mogelijk begeleid worden door zorgprofessionals die zij al kennen.
Tot het moment van formele overdracht blijft De Trans opereren onder eigen naam. De integratie wordt zorgvuldig voorbereid en afgestemd met medewerkers, cliënten en hun vertegenwoordigers.
Toestemming van toezichthouders nog vereist
Het definitieve besluit over de overname wordt genomen na instemming van de medezeggenschapsraden en goedkeuring door externe toezichthouders. Onder andere de Nederlandse Zorgautoriteit, de Autoriteit Consument en Markt en het Waarborgfonds voor de Zorgsector moeten nog een formeel oordeel vellen over het voorgenomen traject.