Geen bewijs dat depressieve klachten seizoensgebonden zijn

Hoewel veel mensen in de winter slechter slapen en neerslachtiger zijn, is er geen bewijs dat depressieve klachten seizoensgebonden zijn. Dit blijkt uit onderzoek van Wim Winthorst van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), die op dit onderwerp is gepromoveerd. Dit meldt het AD. 

Het onderzoek van Winthorst richtte zich op de vraag in welke mate de seizoenen invloed hebben op positieve en negatieve gevoelens bij mensen. Hiervoor werden gegevens geanalyseerd van personen uit de algemene bevolking, uit de eerstelijnsgezondheidszorg en uit de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg.

‘Evenveel depressies in de winter als in de zomer’

Veel mensen ervaren klachten die bij een winterdip horen, ook mensen die sowieso al last hebben van depressiviteit en angstklachten. Winthorst: “Maar als je dan kijkt of deze mensen vaker een depressie hebben in de winter, dan is dat niet zo. Binnen de groep die ik onderzocht, kwamen in de zomer evenveel depressies voor.” Deze bevinding geldt voor gezonde personen, voor patiënten die een depressieve stoornis hebben (met of zonder bijkomende angststoornis), en dus ook voor patiënten met een winterdepressie.

Winterdepressie: bestaat dit wel?

Of de winterdepressie nu wel of niet bestaat, kan Winthorst niet zeggen. Mensen associeren de winter al lange tijd met depressieve klachten. Winthorst gaf in zijn onderzoek aan dat de neiging van mensen om klachten toe te schrijven aan externe omstandigheden een rol kan spelen bij de winterdepressie. Hiermee zegt hij niet dat een winterdepressie niet bestaat. Zijn onderzoek toonde slechts aan dat er tussen de seizoenen geen grote verschillen in klachten te zien zijn. 

Behandeling voor winterdepressie

Hoewel Winthorst geen link vond tussen depressieve klachten en de winter, vindt hij behandelingen voor depressieve klachten in dit seizoen zeker nuttig: “Blijf de lichtbehandeling ook vooral aanbieden. Het is geen onzin. Het kan wel degelijk klachten wegnemen. Ik denk alleen dat het ontstaan van de depressie niet per definitie komt door gebrek aan daglicht.” Zo noemt hij nog andere factoren die invloed hebben op onze stemming, zoals werk, gezondheid, liefde en conflicten.  

De meeste metingen in het onderzoek van Winthorst zijn eenmalig bij dezelfde persoon gedaan. Daarom beveelt Winthorst vervolgonderzoek naar de seizoensgebonden depressie, met herhaalde metingen gedurende het jaar, aan. Vervolgonderzoek over een langere periode is volgens hem tevens belangrijk omdat wetenschappers veel discussieren over de betrouwbaarheid van de diagnose winterdepressie als subtype van de depressieve stoornissen.

Door: Nationale Zorggids