IGJ: betere samenwerking ggz nodig om wachtlijsten echt aan te pakken
De samenwerking in de geestelijke gezondheidszorg schiet nog tekort. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in vier regio’s: Zeeland, Friesland, Zuid-Holland Noord en Midden-Brabant, meldt de IGJ.
In deze regio’s proberen zorgaanbieders, gemeenten en zorgverzekeraars passende zorg te bieden aan mensen met complexe psychische problemen. Maar de mate van samenwerking verschilt sterk. Sommige regio’s staan pas aan het begin, terwijl anderen al langer samenwerken. Toch vinden IGJ en NZa dat de vooruitgang te langzaam gaat.
Samenwerking
Ze pleiten voor meer tempo en een gezamenlijke visie. De betrokken partijen kijken nu vaak te veel vanuit hun eigen rol. Om mensen beter te helpen, moeten ze hun krachten bundelen. Daarbij is het belangrijk om de ervaringsdeskundigen beter in te zetten in het herstelproces.
De inspectie en autoriteit spraken in elke regio met zorgaanbieders, huisartsen, gemeenten, verzekeraars en ervaringsdeskundigen. Na afloop brachten ze deze partijen ook samen om de samenwerking te verbeteren. Er zijn veel goede initiatieven, maar die blijven te versnipperd. Alleen door echt samen te werken ontstaat passende zorg die aansluit bij de behoefte van de doelgroep.
Ruim 100.000 mensen op de wachtlijst
De nood is hoog om de wachtlijsten aan te pakken: in oktober 2024 stonden bijna 109.000 mensen op de wachtlijst voor geestelijke gezondheidszorg. Bij ruim de helft duurde het langer dan de norm van 14 weken voordat ze een eerste gesprek of behandeling kregen. Die wachttijd geldt voor zowel lichte als zware psychische hulp.
Meer informatie over de regionale wachtlijsten is te vinden op de website van de NZa.