Normal_novum.7-3-2013.0004

AMSTERDAM (Novum) - Op de tweede dag van de behandeling van het hoger beroep tegen Robert M., die terechtstaat voor het misbruiken van 67 zeer jonge kinderen, staat donderdag het onderzoek naar de psychische gesteldheid van de verdachte centraal. Anders dan bij eerder onderzoek door het Pieter Baan Centrum (PBC) werkte M. aan het onderzoek mee.

Het hof in Amsterdam besloot in november dat de hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak opnieuw moest worden onderzocht bij tbs-kliniek Oldenkotte in Rekken. Ondanks zijn eerdere weigering om mee te werken aan het PBC-onderzoek werd M. veroordeeld tot achttien jaar cel in combinatie met tbs.

Het nieuwe rapport wordt donderdag toegelicht door de twee opstellers. Ook wordt een brief besproken van een psychiater van de gevangenis in Vught met wie Robert M. veel spreekt. Bovendien wordt een korte compilatie vertoond van de 225 uur aan verhoren die na zijn arrestatie in 2010 bij M. zijn afgenomen, waar het hof dinsdag niet aan toekwam.

De 29-jarige hoofdverdachte ging na het vonnis van de rechtbank in mei vorig jaar in beroep tegen de opgelegde straf. Hij keerde zich tegen het opleggen van tbs, waarvan de duur onbepaald is, zeker in combinatie met een lange celstraf. Hij zou snel aan een behandeling willen beginnen, iets wat M. dinsdag herhaalde.

De zitting werd dinsdag beëindigd nadat de rechters Robert M. hadden ondervraagd over het misbruik. Ze wilden met name van hem weten of hij medelijden had met zijn tegenstribbelende slachtoffers en of hij gedurende de jaren dat hij het ene na het andere kind misbruikte andere keuzes had kunnen maken.

M. zelf benadrukte keer op keer dat hij de interne strijd tegen zijn lustgevoelens voor kinderen had verloren. Hij zei geen alternatief meer te hebben gezien. Hij trok - net als bij de rechtbank - openlijk de onpartijdigheid van de rechters in twijfel, die hij verweet hem niet te willen begrijpen.

Voor het hoger beroep, dat plaatsvindt in het nieuwe Paleis van Justitie in Amsterdam, zijn ten minste tien zittingsdagen uitgesproken. Het vonnis wordt verwacht in mei.