Normal_dementie

De regionale samenwerking in netwerken die zorg bieden aan thuiswonende mensen met dementie is veelbelovend georganiseerd. Dat concludeert de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) uit eigen onderzoek. Toch zijn er ook knelpunten die risico’s opleveren voor patiënten en mantelzorgers. 

De inspectie maakt zich onder andere zorgen over mogelijke verwaarlozing van mensen met dementie zonder sociaal netwerk, medicatieveiligheid en de continuïteit van de netwerken.

Aanleiding en belang
De komende jaren zal het aantal mensen met dementie sterk stijgen. Tijdens het verloop van hun ziekte hebben zij en hun mantelzorgers steeds meer hulp nodig. Om deze mensen zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen is samenwerking nodig tussen organisaties voor wonen, welzijn en zorg. Er zijn in Nederland 85 netwerken voor zorg aan thuiswonende mensen met dementie. Die netwerken bestaan uit zorgverleners en zorginstellingen zoals huisartsen, thuiszorg, GGZ, intramurale ouderenzorg, ziekenhuizen en ook gemeenten, maatschappelijke ondersteuning en vrijwilligersorganisaties.
 
Conclusies
De IGZ ziet dat veel betrokkenen graag willen samenwerken en dat de netwerken zich goed ontwikkelen. Ze werken actief aan verantwoorde zorg bij dementie. Uit het onderzoek blijkt echter ook dat de netwerken hun zorg en ondersteuning verschillend organiseren. Zorgelijk is dat het onzeker is of de netwerken kunnen blijven bestaan. Dit komt onder andere door onduidelijkheid over financiën en regelgeving.
 
Een belangrijk ontwikkelpunt is het actief en vroeg signaleren van zorgmijders. Mensen met dementie die geen sociaal netwerk hebben, zijn nog onvoldoende in beeld bij de netwerken. Ook vindt de inspectie het ongewenst dat soms meerdere hulpverleners de rol van casemanager vervullen. Daardoor is het onduidelijk wie, wanneer en op welke wijze deze rol vervult. Verder blijkt dat de zorgplannen nog niet genoeg ontwikkeld zijn en dat er vaak geen actueel medicatieoverzicht in is opgenomen. De inspectie vindt het ongewenst dat de informatie uit de zorgplannen niet bij iedere zorgverlener bekend is. Vooral het onvoldoende actueel houden van het medicatieoverzicht levert risico’s op voor de patiënt.
 
Vervolg
De inspectie vraagt de netwerken om ten minste elke twee jaar hun kwaliteit te laten toetsen door bijvoorbeeld een onafhankelijke audit. In de tweede helft van 2014 gaat de IGZ na of de netwerken de gevraagde audits hebben uitgevoerd en tot welke verbeteringen dit heeft geleid. Als blijkt dat de verbeteringen onvoldoende zijn, dan zal de inspectie maatregelen nemen.
 
© Nationale Zorggids