Normal_islam_ica_school_hoofddoek

Er zijn geen aanwijzingen dat stedelingen met een niet-Nederlandse achtergrond minder toegang tot de geestelijke gezondheidszorg hebben dan stadbewoners met Nederlandse achtergrond. Door onder meer demografische factoren is de behoefte aan geestelijke zorg groter onder allochtone inwoners, maar daarin wordt goed voorzien. Dat meldt het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NtvG).

Dit komt naar voren uit een enquêteonderzoek in de steden Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag, dat door de GGD in Amsterdam onder ruim 50.000 respondenten werd uitgevoerd.

Van 11.678 personen met een Nederlandse achtergrond heeft 43 procent een verhoogd risico op een  angststoornis en depressie. Onder Turkse immigranten ligt dit aantal op 50 procent en bij mensen met een Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse achtergrond ligt dit respectievelijk op 37, 52 en 45 procent. Van de mensen met mogelijke klachten zocht 81 procent van de Nederlanders contact met de huisarts, tegenover bijna 90 procent van de allochtoonse stadbewoners.

Vooral stedelingen met Turkse achtergrond blijken gebruik te maken van tweedelijns zorg: 26 procent tegenover 17 procent in de andere groepen. Immigranten van de eerste generatie blijken iets vaker te maken te hebben met psychische problematiek dan mensen uit de tweede generatie, met name binnen de Turkse gemeenschap: 55 procent tegenover 36 procent. Volgens de onderzoekers lijkt op dit moment vooral de tweede generatie Marokkanen kwetsbaar voor psychische problematiek.

© Nationale Zorggids