Normal_oranjegekte

Sommigen versieren hun huis met oranje vlaggetjes, terwijl anderen niets willen weten van juichpakken, voetbalpools of WK-hamsters. Onderzoekers van het Radboud UMC denken een verklaring te hebben voor dit verschil: de persoonlijke oranjekoorts wordt grotendeels veroorzaakt door een stofje in de hersenen. Wie veel serotonine in zijn brein heeft, is vatbaarder voor groepsgedrag en massatrends. Dat meldt het ANP.

Volgens neurowetenschapper Judith Homberg wordt al jaren onderzocht in hoeverre genetische 'opmaak' de gevoeligheid voor de omgeving beïnvloedt. 'Door genetische verschillen heeft iemand veel of juist minder serotonine in zijn brein, een 'feel good'-stofje dat ook in bananen en noten zit', legt Homberg uit. 'Het deel van de bevolking met veel serotonine is heel erg te beïnvloeden door zijn omgeving: als iets in de mode is, gaan ze daarin mee. Bij deze mensen is het positieve gevoel van 'beloning' als ze ergens aan meedoen, heel erg hoog', aldus de onderzoeker.

Omgekeerd zal iemand met weinig serotonine deze maand waarschijnlijk niet warm of koud worden van gezamenlijk voetbal kijken in een juichpak. En ook de rest van het jaar zal zo iemand de manoeuvres van de massa eerder aan zich voorbij laten gaan.

Andere onderzoeken wezen al uit dat solitaire sprinkhanen plotseling groepsgedrag gaan vertonen als hun serotonineniveau stijgt. Homberg ziet nu hetzelfde gebeuren bij de ratten die ze onderzoekt. 'De ratjes hadden in eerste instantie een voorkeur voor een bepaald type voedsel dat bijvoorbeeld naar kaneel smaakte.' Maar zodra ze contact hadden met een soortgenoot die liever chocola at, gaven ze hun eigen voorkeur gauw op. Homberg: 'Dat was vooral te zien bij de ratten met deze genetische opmaak. Ze passen zich aan aan wat anderen doen: als de massa het doet, dan hoort het zo en dan geeft dat plezier.'

© Nationale Zorggids