Normal_games_gamer_2

Ongeveer één op de tien jongens tussen 12 en 15 jaar is gameverslaafd, blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht. Jongens die voldoen aan de kenmerken van een gameverslaving gamen gemiddeld zo'n 29 uur per week. De universiteit presenteert de resultaten van het onderzoek vandaag op het symposium van het Trimbos instituut. Dat meldt de Volkskrant. 

Onderzoeker Regina van den Eijnden van de Universiteit Utrecht ondervroeg februari van dit jaar bijna tweeduizend jongeren tussen de 12 en 15 jaar. Gemiddeld besteden jongens 16 uur per week aan gamen, meisjes besteden per week 4,5 uur van hun tijd hieraan. Jongeren die voldoen aan de criteria van een gameverslaving zitten rond de 29 uur per week. “Er zitten uitschieters bij die zeggen dat ze meer dan 60 uur per week gamen. Maar het aantal uren zegt niet per se iets over verslaving”, zegt Van den Eijnden. Uit het onderzoek blijkt verder dat kinderen die concentratieproblemen hebben, gevoeliger lijken te zijn voor een gameverslaving. Volgens de onderzoekster kunnen deze kinderen zich wel goed concentreren tijdens het gamen. Ze vermoedt dat sommige kinderen het als zelfmedicatie gebruiken, want tijdens het gamen hebben ze geen last van allerlei impulsen uit hun omgeving.

De kinderen zijn onderzocht op basis van de kenmerken zoals ze staan in het handboek voor psychische stoornissen DSM 5. Kenmerken zijn bijvoorbeeld in gedachten bezig zijn met gamen, niet gemakkelijk kunnen stoppen, frustratie en zich ongelukkig voelen als er niet gegamed kan worden en dat het gamen problemen geeft in het leven naast het gamen. Ook is tijdens het onderzoek gekeken naar opvoedstijlen. Ouders met duidelijke regels hebben kinderen die minder gevoelig zijn voor een dergelijke verslaving. “Dat gaat wel om afspraken die vooraf worden gemaakt. Dus niet om ouders die tijdens het spelen ineens streng worden. Maar we weten nog niet of duidelijke regels echt gameverslaving kunnen voorkomen. Dat moet nog worden onderzocht.”

Volgens verslavingsdeskundige Herm Kisjes en UvA-onderzoeker Jeroen Lemmens moet er voorzichtig worden omgegaan met de term verslaving. Voordat er daadwerkelijk van een verslaving gesproken kan worden, moet de diagnose worden gesteld door een psycholoog. 


©Nationale Zorggids