De Veilig Thuis-organisaties zijn sinds vorig jaar het meldpunt voor huiselijk geweld, verdeeld over Nederland zijn er in totaal 26 locaties. Sinds het ontstaan van Veilig Thuis groeiden de wachtlijsten en is er onvoldoende zicht op het risico voor mensen op deze wachtlijsten. Sprokkereef is ingeschakeld om de organisaties uit uit de problemen te helpen. Nadat hij alle locaties bezocht had, kon hij concluderen dat medewerkers veel willen, maar daar niet altijd toe in staat zijn. Redenen als te weinig geld, te weinig kennis en onduidelijke werkafspraken werden aangekaart.

Veilig Thuis-meldingen betreffen vaak ernstig geweld, gemeld door het slachtoffer zelf of door de politie. Dit houdt in dat er in veel gevallen snel gereageerd dient te worden op een melding. Gedurende het traject zag Sprokkereef dat gezinnen die urgente hulp nodig hadden dit ook kregen. Acute zorg lijkt in de praktijk voorrang te krijgen. Sprokkereef ziet dat er in korte tijd veel is verbeterd. “Veel gemeenten hebben in eerste instantie onderschat wat goede zorg bij geweld thuis nodig heeft. Toen ze dat besef kregen, hebben de meesten meteen extra geld en deskundigheid vrijgemaakt”, zegt Sprokkereef. In 2015 is er zo’n 15 miljoen euro extra geïnvesteerd in Veilig Thuis. Drie Veilig Thuis-organisaties die door Inspectie Jeugdzorg onder verscherpt toezicht stonden kregen een hertoets. Op dit moment staan twee andere Veilig Thuis-organisaties nog onder verscherpt toezicht.

Inmiddels is een landelijk werkplan opgesteld met allerlei samenwerkingsafspraken. Dat is belangrijk, want in alle casussen waarin de jeugdhulpverlening faalde werd benoemd dat de samenwerking tussen alle betrokken partijen onvoldoende was. Wel benadrukt Sprokkereeef dat jeugdhulp geen zooitje is, zoals eerder in de media vermeld werd. Hij heeft er dan ook vertrouwen in dat de hulp rondom huiselijk geweld steeds beter zal gaan.

Door: Redactie Nationale Zorggids