Normal_opa_wachten_ouderen_bejaarden

Huisartsen, praktijkondersteuners en de ouderen-ggz hebben mogelijk een nieuw middel om autisme bij ouderen op te sporen. Zij kunnen een persoonlijkheidsvragenlijst gebruiken die een beeld geeft van de oudere op jongere leeftijd, zo blijkt uit onderzoek van klinisch psychologe Sylvia Heijnen-Kohl. Dat meldt de Nederlandse Vereniging voor Autisme.

“De diagnose autisme kun je er niet mee stellen. Maar wél wordt dankzij de vragenlijst snel duidelijk of er voldoende aanwijzingen zijn om iemand te verwijzen voor een diagnostisch traject”, zegt Heijnen-Kohl in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Autism and Developmental Disorders.

Voor haar onderzoek gebruikte Heijnen-Kohl de Hetero Anamnestische Persoonlijkheidsvragenlijst (HAP), waarbij vooral de persoonlijkheidskenmerken ‘Rigide Gedrag’, ‘Sociaal Afzijdig Gedrag’ en ‘Grillig en Impulsief Gedrag’ een teken van autisme onder ouderen blijkt te zijn. Ze verzamelde hiervoor de gegevens van veertig ouderen met autisme en eenzelfde aantal ouderen met depressie of dementie.

Het is lastig om autisme vast te stellen bij ouderen. Zij hebben geen ouders meer die hun kunnen vertellen hoe zij waren als kind en zij scoren niet slechter dan anderen op neurocognitieve testen. Vaak krijgen zij toch een andere diagnose dan autisme, zoals dementie of depressie. Vaak ten onrechte. Met de HAP is het mogelijk gemakkelijker om de signalen van eventuele autisme vast te stellen. 

Door: Redactie Nationale Zorggids