Normal_kind_televisie_media_mediagebruik432

Tussen het mediagebruik van kinderen en adhd-gerelateerd gedrag bestaat een relatie, maar die is statistisch klein. Dit blijkt uit onderzoek met bestaande literatuur door onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Er zijn ook tekortkoming in het onderzoek naar dit onderwerp tot nu toe. Zo wordt de rol van tempo in mediaprogramma’s en die van gewelddadige content nog altijd niet goed begrepen. Ook over de invloed van individuele verschillen tussen kinderen is nog weinig bekend. De onderzoekers pleiten voor een systematische reeks van empirische studies naar de relatie tussen mediagebruik en adhd. Dit meldt de UvA. 

De diagnose adhd werd de afgelopen decennia steeds vaker gesteld bij kinderen en adolescenten. Zorgverleners, wetenschappers en ook ouders hebben herhaaldelijk hun zorgen uitgesproken over de rol die mediagebruik zou spelen in die toename. Maar de mate waarin beeldschermgebruik en adhd verband met elkaar houden is nog altijd een punt van discussie.

Huidige stand van zaken

Drie onderzoekers van de UvA wilden helder krijgen waar we nu staan qua kennis om zo het toekomstige onderzoek verder te brengen. Het beschikbare bewijs in de wetenschappelijke literatuur wijst op een statistisch kleine relatie tussen mediagebruik en adhd-gerelateerd gedrag. Het onderzoek tot dusver duidt er ook op dat individuele verschillen tussen kinderen – zoals gender of agressieve trekken –  deze relatie mogelijk beïnvloeden. Op basis van hun bevindingen stellen de onderzoekers dat toekomstig onderzoek naar de effecten van mediagebruik op adhd-gerelateerd gedrag zich moet richten op causaliteit, onderliggende mechanismen en individuele verschillen in gevoeligheid.

Meer aandacht voor causaliteit 

Omdat er in het onderzoek nog maar weinig aandacht is besteed aan causaliteit in de relatie tussen adhd en mediagebruik blijft het onduidelijk of mediagebruik een oorzaak of juist gevolg is van adhd-gerelateerd gedrag. Daarnaast vinden de onderzoekers het van belang dat er meer bewijs komt voor mogelijke verschillen in gevoeligheid voor media-effecten op adhd, door te kijken naar leeftijdsverschillen en bijvoorbeeld het karakter van het kind en de sociale contact waarin het opgroeit. Alleen met empirisch onderzoek wordt het mogelijk om de media-adhd-relatie beter te begrijpen.

Door: Redactie Nationale Zorggids