Normal_pexels-anna-shvets-3786153

Om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, wil het kabinet het dragen van een mondkapje in publieke binnenruimtes vanaf 1 december verplichten. Voor de GGZ-doelgroep kan het dragen van mondkapje echter leiden tot een vorm van psychische ontregeling. In dit geval mag een cliënt gebruikmaken van een uitzonderingsregeling. Dit meldt het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) .

Als een cliënt vanwege een beperking of ziekte geen mondkapje kan dragen, mag de cliënt gebruikmaken van een uitzonderingsregeling. De persoon moet wel kunnen aantonen dat hij niet kan voldoen aan de mondkapjesplicht. Hiervoor is geen officiële verklaring nodig van een zorgverlener. Mocht een cliënt wel een verklaring willen, dan is een GGZ-behandelaar bevoegd om een inschatting te maken van het verzoek.

Een alternatief voor een mondkapje is een zogeheten ‘face-shield’. Zo’n shield valt juridisch gezien weliswaar niet onder de definitie van een mondneuskapje, maar het dragen ervan kan iemand wel helpen om vervelende situaties te voorkomen.