Wat is metacognitieve therapie en waardoor werkt het tegen piekeren?

Het boek Live more, think less (2020), dat in het Nederlands beschikbaar is als Leef meer, denk minder (2021) werd op slag een bestseller. Sindsdien is metacognitieve therapie, de anti-piekermethode die Pia Callesen in dat boek beschrijft, aan een opmars bezig. Wat is metacognitieve therapie en waar wordt het voor gebruikt?

Metacognitieve therapie is een vorm van cognitieve gedragstherapie. Het wordt vooral gebruikt om overmatig piekeren (een gegeneraliseerde angststoornis/piekerstoornis) te behandelen. De methode wordt echter ook bij depressie of dwangstoornissen ingezet.

Positieve en negatieve metacognities

Bij deze methode wordt er vooral gekeken naar de opvattingen die je hebt over je piekeren, de zogeheten metacognities. Er zijn ‘positieve’ en ‘negatieve’ metacognities. Positieve metacognities belichten de zogenaamde positieve aspecten van het piekeren, zoals “piekeren helpt me om goed voorbereid te zijn op situaties”. Een voorbeeld van een negatieve metacognitie is: “ik kan niet meer stoppen met piekeren, dus ik word gek”.

Tijdens de therapiesessies wordt gekeken of deze opvattingen wel kloppen. Dat gebeurt zowel met schriftelijke oefeningen als met praktische opdrachten. Sommige cliënten krijgen bijvoorbeeld het huiswerk om een tijdje zo veel mogelijk te piekeren. Zo kan de metacognitie “ik word gek” getest worden.

Gedrag veranderen

Als de metacognities bijgesteld zijn, zal ook het gedrag veranderen. Als je niet langer gelooft dat piekeren helpt om problemen op te lossen, is de kans ook kleiner dat je gaat piekeren. Zodra een therapeut heeft laten zien dat je niet gek wordt als je af en toe piekert, zal dit de vicieuze cirkel van het piekeren doorbreken.

Therapiesessies

Meestal zijn er ongeveer 11 sessies nodig om de methode aan te leren en om je metacognities bij te stellen. In heel veel gevallen gaat het na twee jaar nog steeds goed met de cliënt. Metacognitieve therapie is dan ook een bewezen effectieve behandelmethode tegen stress, piekeren, angst, depressie en dwangstoornissen.

Zelfhulp

In ernstige gevallen is het het beste om de methode van een psycholoog te leren. In milde gevallen, om gewoon wat minder na te denken bijvoorbeeld, is het echter ook een optie om een boek – zoals Leef meer, denk minder – over het onderwerp te lezen.

Door: Nationale Zorggids / Æde de Jong
Bronnen: PsyQ, “Leef meer, denk minder”, Depsycholoog.nl